ECLI:NL:RBBRE:2005:AV0148

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
29 november 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
152411/KG ZA 05-590
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • E.W.J.M. Nollen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veiling van een paard en de rechtsgeldigheid van de koopovereenkomst

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, vordert eiser dat gedaagde de koopovereenkomst van 24 september 2005 nakomt door het veulen genaamd [naam veulen] binnen drie dagen na het vonnis te leveren. Gedaagde heeft het veulen ingebracht op een veiling georganiseerd door de Stichting KWPN-veulenveiling. Tijdens de veiling heeft eiser het hoogste bod uitgebracht van € 4.900, maar gedaagde heeft geweigerd de koopsom te accepteren en heeft zich op het standpunt gesteld dat de verkoop niet rechtsgeldig was omdat het veulen na de pauze opnieuw in de veiling zou komen. De voorzieningenrechter heeft de feiten en omstandigheden van de veiling beoordeeld, inclusief de mededelingen van de veilingmeester. De rechter oordeelt dat de veilingmeester niet duidelijk genoeg heeft gecommuniceerd over de mogelijkheid van een tweede biedronde, waardoor eiser gerechtvaardigd heeft vertrouwd op de totstandkoming van de koopovereenkomst. De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiser toegewezen en gedaagde veroordeeld om het veulen te leveren, met een dwangsom voor het geval hij hieraan niet voldoet. In reconventie heeft de rechter de vordering van gedaagde afgewezen en hem in de kosten van het geding veroordeeld.

Uitspraak

152411/KG ZA 05-590 RECHTBANK BREDA
Sector civiel recht
Team handelsrecht
29 november 2005
Voorzieningenrechter
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
e i s e r in conventie
bij dagvaarding van 7 november 2005,
v e r w e e r d e r in reconventie;
procureur: mr. E.B. Elink Schuurman,,
advocaat : mr. E. de Jongh,
t e g e n :
[gedaagde],
wonende te [woonplaats], gemeente [naam gemeente],
g e d a a g d e in conventie,
e i s e r in reconventie,
procureur: mr. A.A.M. van Beek.
1. Het verloop van het geding.
Dit blijkt uit de navolgende door partijen ter vonniswijzing overgelegde stukken:
- de dagvaarding;
- de door mr. De Jongh in het geding gebrachte producties, waaronder een videotape;
- de pleitnota van mr. Van Beek, tevens conclusie van eis in reconventie, en de door hem in het geding gebrachte producties.
Partijen hebben voorts hun standpunten ter terechtzitting mondeling toegelicht. Tevens heeft de voorzieningenrechter in het bijzijn van partijen en de griffier de bovengenoemde videoband bekeken.
Partijen worden hierna aangeduid met : “[eiser]” en “[gedaagde]”.
2. Het geschil.
[eiser] vordert in conventie als voorlopige voorziening [gedaagde] te veroordelen de koopovereenkomst van 24 september 2005 op straffe van een dwangsom van € 250,= per dag na te komen door het veulen genaamd [naam veulen] binnen drie dagen na het ten deze te wijzen vonnis te leveren aan [eiser], met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure, salaris procureur en kosten van beslaglegging inbegrepen.
In reconventie vordert [gedaagde] als voorlopige voorziening [eiser] te veroordelen het door hem op het veulen [naam veulen] gelegd conservatoir beslag op te heffen binnen 24 uur na het wijzen van het vonnis in kort geding bij gebreke waarvan [eiser] aan [gedaagde] een boete verbeurt van € 5.000,= althans ten bedrage als de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren voor elke dag dat [eiser] in gebreke blijft aan de veroordeling te voldoen, een en ander met veroordeling van [eiser] in de kosten van de procedure.
De vorderingen zijn over en weer betwist.
3. De voorlopige beoordeling en de gronden daarvoor.
in conventie en in reconventie:
3.1.
Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen en de overgelegde producties wordt uitgegaan van de navolgende feiten:
a. Door de Stichting KWPN-veulenveiling, statutair gevestigd te Lith, is op 24 september 2005 een veiling georganiseerd. Op deze veiling is door [gedaagde] een veulen, genaamd [naam veulen], ingebracht, een [kleur] hengst die op [datum] 2005 is geboren.
b. [gedaagde] heeft de Stichting schriftelijk gevolmachtigd om het veulen in zijn naam en voor zijn rekening en risico te verkopen.
c. De toepasselijke veilingvoorwaarden bepalen, voor zover van belang, het navolgende:
“1.3. De veilingvoorwaarden zullen in elk geval voor aanvang van de Veulenveiling door of vanwege de Stichting of Veilingmeester worden kenbaar gemaakt aan de veilingbezoekers. Voorts zijn deze veilingvoorwaarden opgenomen in de veilingcatalogus van de Veulenveiling. Een ieder die aan de Veulenveiling deelneemt geeft daardoor te kennen de toepasselijkheid van deze voorwaarden volledig te aanvaarden.
4.1.De koop komt tot stand bij definitieve toewijzing. Van definitieve toewijzing is sprake wanneer de Stichting het bod van koper heeft geaccepteerd danwel het veulen aan de koper heeft toegeslagen”.
6.2.De Veulens worden bij opbod verkocht. De aanbieding van de te veilen veulens vindt in catalogusvolgorde plaats. De catalogusvolgorde wordt door de Stichting aan de hand van loting bepaald“.
d. Per verkocht veulen is ten behoeve van de koper beschikbaar een fles wijn met daarop een foto van dat veulen en de moeder.
e. Door loting is bepaald dat [naam veulen] als eerste veulen geveild zou worden.
f. Nadat het veulen in de ring is verschenen, is door de veilingmeester het navolgende medegedeeld:
“(…) Ik kan er alvast bijzeggen, na de pauze komt ie nog een keer terug, dan weet u dat vast. Maar als u dit veulen wilt kopen, dan kunt u maar het beste toch maar in één keer goed bieden. (…) We zetten hem in voor € 2.000,= Wie meer dan € 2.000,=?”
.
g. Door [eiser] is daarna het hoogste bod (€ 4.900,=) op [veulen] uitgebracht. De veilingmeester heeft afgetikt met: “eenmaal andermaal”.
h. [eiser] heeft van de Stichting uitgereikt gekregen de schriftelijke koopovereenkomst en voormelde fles wijn.
i. Na de pauze is [naam veulen] nogmaals door de Stichting te koop aangeboden, waarbij het veilen is begonnen met het bedrag waarop in de eerste ronde was afgeslagen, zijnde € 4.900,=. Door een derde is een hoogste bod gedaan van € 6.000,=. De veilingmeester heeft afgetikt met: “eenmaal andermaal, verkocht”.
j. [gedaagde] heeft geweigerd de koopsom van € 4.900,= van [eiser] in ontvangst te nemen en heeft zich op het standpunt gesteld zaterdag 1 oktober 2005 aan de derde te zullen leveren.
k. [eiser] heeft op 30 september 2005 conservatoir beslag tot afgifte gelegd op [naam veulen].
l. Tussen partijen is een bodemprocedure aanhangig.
3.2.
Anders dan [eiser] meent heeft mr. Van Beek de reconventionele vordering voldoende aangekondigd en kan [gedaagde] dus daarin worden ontvangen.
De vorderingen in conventie en reconventie worden vanwege hun nauwe samenhang gezamenlijk behandeld.
3.3.
[eiser] grondt zijn conventionele vordering op nakoming. Hij stelt dat tussen partijen een koopovereenkomst is gesloten, op grond waarvan hij het veulen [naam veulen] heeft gekocht voor een prijs van € 4.900,=.
[gedaagde] betwist dat. Hij stelt dat door de veilingmeester expliciet is aangegeven dat [naam veulen] na de pauze nog een keer in de ring zou verschijnen zodat er dan voor de tweede keer kon worden geboden met als doel te komen tot een zo hoog mogelijke verkoopopbrengst. De veilingmeester heeft na het staken van de biedingen in de eerste ronde dan ook niet “verkocht” geroepen. Voor zover tussen [gedaagde] en [eiser] al een koopovereenkomst tot stand is gekomen, dan is dat geschied onder de voorwaarde dat op [naam veulen] na de pauze geen hoger bod zou worden uitgebracht en betreft het een overeenkomst onder opschortende dan wel ontbindende voorwaarde, aldus [gedaagde].
3.4.
Als uitgangspunt heeft te gelden dat veiling plaatsvindt conform de voorschriften in de veilingvoorwaarden. In artikel 6 van de veilingvoorwaarden wordt de wijze van veilen geregeld. In de veilingvoorwaarden staat niet vermeld dat het bieden in meerdere rondes kan plaatsvinden. Ingevolge het bepaalde in artikel 1.3. kunnen de veilingvoorwaarden voor aanvang van de Veulenveiling door of vanwege de Stichting of Veilingmeester worden kenbaar gemaakt aan de veilingbezoekers. Indien nadere veilingvoorwaarden voorafgaande aan de feitelijke veiling door de veilingmeester worden medegedeeld, dient de veilingmeester daarvan aan de aspirant-kopers mededeling te doen en wel op een duidelijke en niet voor meerdere uitleg vatbare wijze.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter doet zich deze omstandigheid niet voor. De voorzieningenrechter heeft de als productie overgelegde videotape bekeken en de hiervoor onder 3.2. sub d weergegeven mededeling gehoord. Daarbij is geconstateerd dat deze mededeling is gedaan als een mededeling betreffende nadere veilingvoorwaarden.
Uit deze mededeling blijkt niet waarom het veulen na de pauze terugkomt. In het bijzonder wordt geen melding gemaakt van de omstandigheid dat biedingen op hetzelfde veulen na de pauze zouden doorgaan waarbij zou worden begonnen met het bedrag waarop in de eerste ronde was afgeslagen. De veilingmeester had duidelijk dienen aan te geven dat in dit (bijzonder) geval het aftikken op een bod “eenmaal andermaal” nog niet betekent dat men eigenaar van het veulen was geworden omdat het bieden na de pauze zou worden voortgezet. Dit klemt te meer nu, anders dan bij de andere in de morgen geveilde veulens, alleen bij [naam veulen] na de pauze het bieden is voortgezet. De door de veilingmeester gedane mededeling kan derhalve niet als duidelijk en als niet voor meerdere uitleg vatbaar worden aangemerkt.
Onder deze omstandigheid, alsmede gelet op de omstandigheid dat door de Stichting aan [eiser] een koopovereenkomst is overhandigd waarin noch van een opschortende noch van een ontbindende voorwaarde melding wordt gemaakt, en hem een voor de koper bestemde fles wijn is overhandigd, mocht [eiser] er gerechtvaardigd op vertrouwen dat hij het veulen [naam veulen] van [gedaagde] had gekocht.
3.5.
Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat [gedaagde] de tussen partijen gesloten koopovereenkomst moet nakomen en dat hij het veulen aan [eiser] dient af te geven. De vordering in conventie is derhalve toewijsbaar en de reconventionele vordering wordt afgewezen.
De dwangsommen zullen worden gematigd en gemaximeerd.
4. De kosten.
in conventie en in reconventie:
[gedaagde] dient als de in het ongelijk gestelde partij te worden verwezen in de kosten van het geding. Nu niet gebleken is dat voor de reconventionele vordering extra kosten zijn gemaakt, zullen deze worden begroot op nihil.
5. De beslissing in kort geding.
De voorzieningenrechter:
in conventie:
veroordeelt [gedaagde] de koopovereenkomst van 24 september 2005 na te komen door het veulen genaamd [naam veulen] binnen drie dagen na betekening van dit vonnis te leveren aan [eiser], zulks op straffe van een dwangsom van € 250,= per dag dat [gedaagde] hieraan niet voldoet, met een maximum van € 5.000,= aan te verbeuren dwangsommen;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding deze voorzover aan de zijde van de wederpartij gevallen tot op heden begroot op € 2.428,82, waaronder begrepen een bedrag van € 816,= aan procureurssalaris, en een bedrag van € 1.283,23 aan beslagkosten;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
weigert het meer of anders verzochte;
in reconventie:
weigert de gevorderde voorziening;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding deze voorzover aan de zijde van de wederpartij gevallen tot op heden begroot op nihil;
Dit vonnis is gewezen door mr. E.W.J.M. Nollen , voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting in kort geding van 29 november 2005, in tegenwoordigheid van mr. C.H.D.M. van de Kar, waarnemend griffier.