ECLI:NL:RBBRE:2006:AW7273
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Goedkeuring afwijkende huurbedingen in huurovereenkomst bedrijfsruimte
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda, sector kanton, op 25 april 2006 een beschikking gegeven naar aanleiding van een gezamenlijk verzoek van twee besloten vennootschappen. Het verzoek was gericht op de goedkeuring van afwijkende bedingen in de huurovereenkomst betreffende een bedrijfsruimte aan het Raadhuisplein 25A te Dinteloord, zoals bedoeld in artikel 7:291 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. De partijen hebben ervoor gekozen om af te zien van een mondelinge behandeling ter terechtzitting, wat de procedure heeft versneld.
Het verzoekschrift is op 20 april 2006 ter griffie van de rechtbank ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen aanwijzingen zijn dat de gevraagde afwijkingen de rechten van de huurder wezenlijk zouden aantasten. Evenmin is gebleken dat de maatschappelijke posities van de partijen zodanig zijn dat de huurder bescherming behoeft tegen zichzelf. Dit betekent dat de rechtbank de gevraagde goedkeuring kon verlenen zonder verdere complicaties.
De kantonrechter, mr. W.E.M. Verjans, heeft in zijn beslissing de goedkeuring verleend voor de afwijkende huurbedingen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken op de zitting van 25 april 2006, waarbij de rechtbank de belangen van beide partijen in overweging heeft genomen en tot de conclusie is gekomen dat de goedkeuring in dit geval gerechtvaardigd is.