ECLI:NL:RBBRE:2006:AZ3275
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vermomd dividend en aftrek in de IB-sfeer ter zake van niet betaalde rente
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 27 oktober 2006 uitspraak gedaan in een belastingkwestie waarbij belanghebbende, houder van een aanmerkelijk belang, in geschil was met de inspecteur van de Belastingdienst over de aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 1999. Belanghebbende had een schuld in rekening courant aan zijn vennootschap, waarvoor geen rente was berekend of betaald. De inspecteur verhoogde het inkomen van belanghebbende met een bedrag van € 17.675, omdat de rechtbank aannemelijk achtte dat de vennootschap zich een voordeel had laten ontgaan door geen rente in rekening te brengen. De rechtbank oordeelde dat dit voordeel, volgens artikel 20a van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, tot het inkomen van belanghebbende moest worden gerekend en belast tegen een tarief van 25%.
De rechtbank vernietigde de uitspraak op bezwaar van de inspecteur en de boetebeschikking, en verlaagde de aanslag tot een belastbaar inkomen van € 117.720. Tevens werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende en werd het door belanghebbende betaalde griffierecht vergoed. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur ten onrechte het inkomen van belanghebbende had belast naar het tabeltarief in plaats van het bijzondere tarief van 25%. De rechtbank benadrukte dat de winst van de vennootschap moest worden herleid naar zakelijke verhoudingen, en dat belanghebbende recht had op aftrek van de rente als persoonlijke verplichting.
De uitspraak is gedaan in het kader van een procedure waarbij belanghebbende werd bijgestaan door een gemachtigde. De rechtbank concludeerde dat de inspecteur niet had voldaan aan de bewijslast met betrekking tot de opgelegde boete, waardoor deze ook werd vernietigd. De rechtbank stelde dat de uitnodiging voor de zitting op juiste wijze was verzonden, ondanks het niet verschijnen van de gemachtigde. De uitspraak biedt belangrijke inzichten in de fiscale behandeling van niet-betaalde rente en de gevolgen voor de belastingheffing van aandeelhouders.