ECLI:NL:RBBRE:2006:AZ4432
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Kooijman
- mr. Volkers
- mr. Den Hartog
- Rechtspraak.nl
Niet ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie wegens grove veronachtzaming van de belangen van verdachten in een strafzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 13 december 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachten X en Y, waarbij het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat de verbalisanten op een onzorgvuldige manier omgingen met de informatie van de verdachten over hun eerdere contacten met de politie. Dit leidde tot een grove veronachtzaming van de belangen van de verdachten, die recht hebben op een behoorlijke behandeling van hun zaak. De rechtbank heeft de gedingstukken bekeken en de zaak onderzocht ter terechtzitting, waar de vordering van de officier van justitie en het verweer van de verdachten en hun raadsman, mr. Van Vugt, aan de orde kwamen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachten tijdens hun verhoren door de FIOD-ECD-ambtenaren zijn ontraden om informatie over hun eerdere contacten met de politie op te nemen in het proces-verbaal. Dit heeft geleid tot een situatie waarin de zaaksofficier niet in staat was om een goede beoordeling te maken van de zaak, omdat cruciale informatie ontbrak. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachten als geloofwaardig beoordeeld en vastgesteld dat de informatie over hun contacten met de politie van belang was voor de beoordeling van hun opzet bij het delict. De rechtbank concludeert dat de gang van zaken een ernstige inbreuk vormt op de beginselen van een behoorlijke procesorde, wat leidt tot de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in deze zaak.