ECLI:NL:RBBRE:2006:BC4552
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2003
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 21 november 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst over de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2003. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag die was opgelegd op basis van een belastbaar inkomen van € 66.300. De inspecteur had in de aanslag de door de belanghebbende opgevoerde studiekosten van € 2.500 niet in aftrek toegelaten. De rechtbank oordeelde dat de studiekosten niet waren gemaakt met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning, en dat de inspecteur de aangifte terecht had gecorrigeerd.
Tijdens de zitting op 7 november 2006 zijn zowel de belanghebbende als de inspecteur gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende in zijn aangifte ook een bedrag van € 4.200 had opgevoerd als aftrek voor betaalde alimentatie en andere onderhoudsverplichtingen. De inspecteur had deze post eveneens niet in aftrek toegelaten. De rechtbank oordeelde dat de opgevoerde bedragen geen onderhoudsverplichting in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 vormden, en dat de inspecteur ook deze aangifte terecht had gecorrigeerd.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf partijen de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch of beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden. De rechtbank zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. R.A.M.T. Klaassen.