ECLI:NL:RBBRE:2007:AZ5436
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J. Minnaar
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding vordering van supporter tegen KNVB en NAC na stadionverbod
In deze zaak vorderde een supporter van NAC, die door een stadionverbod niet in staat was om voetbalwedstrijden bij te wonen, schadevergoeding van zowel de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) als NAC. De supporter was eerder strafrechtelijk vrijgesproken van openlijke geweldpleging, maar had desondanks een stadionverbod van 24 maanden opgelegd gekregen. De vorderingen van de supporter werden afgewezen door de rechtbank. De rechtbank oordeelde dat de KNVB en NAC niet onrechtmatig hadden gehandeld. De KNVB had het stadionverbod opgelegd op basis van haar standaardvoorwaarden, die de supporter had geaccepteerd bij het aanvragen van zijn seizoenskaart. De rechtbank stelde vast dat de supporter op de hoogte had moeten zijn van deze voorwaarden, ondanks zijn bewering dat hij deze nooit had ontvangen. De rechtbank oordeelde verder dat de KNVB niet aansprakelijk was voor de schade die de supporter had geleden door het stadionverbod, omdat er geen sprake was van opzet of grove schuld aan de zijde van de KNVB. Ook NAC werd niet aansprakelijk gehouden, omdat het stadionverbod primair door de KNVB was opgelegd en NAC geen betrokkenheid had bij de beslissing. De supporter werd veroordeeld in de proceskosten.