3.1 Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist staat tussen partijen het navolgende in rechte vast.
- [eiser] huurt krachtens overeenkomst van de Gemeente de standplaats met nummer [adres]. Op die standplaats stond en staat een aan [eiser] in eigendom toebehorende woonwagen.
- Krachtens daartoe met de Gemeente gesloten overeenkomst onderhoudt Nijbod Consultancy B.V. te Eindhoven tegen een door de Gemeente te betalen vast bedrag per jaar, ten behoeve van de Gemeente contacten met bewoners van het woonwagencentrum en verricht Nijbod Consultancy B.V. reparatiewerkzaamheden op het woonwagencentrum.
- Vanwege een voorgenomen verplaatsing van die woonwagen naar een terrein gelegen achter het woonwagencentrum én in verband met een voorgenomen aanpassing van de woonwagen van [eiser], werd de woonwagen van [eiser] op 9 mei 2001 door Heros Kraanwagenverhuur B.V. te Roosendaal verwijderd van het woonwagencentrum en verplaatst naar het daarachter gelegen terrein. Heros Kraanwagenverhuur B.V. bracht daarvoor bij factuur van 31 mei 2001 een bedrag van (omgerekend) € 4.131,67 in rekening aan Nijbod Consultancy B.V.. Bij brief van 28 september 2001 werd van de zijde van de Gemeente aan Nijbod Consultancy B.V. geschreven, samengevat, dat in verband met de terzake door Nijbod Consultancy B.V. aan Heros Kraanwagenverhuur B.V. gegeven opdracht tot verwijdering van de woonwagen van Gemeentewege een bijdrage van (omgerekend) € 1.361,34 wordt betaald middels verrekening met de Nijbod Consultancy B.V. van de Gemeente toekomende normvergoeding voor 2001, maar dat voor het terugplaatsen van de woonwagen van [eiser] door de Gemeente geen financiële vergoeding zal worden gegeven.
- Voor het op 11 december 2001 terugplaatsen van de woonwagen van [eiser] op het woonwagencentrum bracht Heeren Kraanwagenverhuurbedrijf B.V. te Roosendaal bij factuur van 2 januari 2002 een bedrag van € 2.659,50 aan [eiser] in rekening. [eiser] heeft dat gefactureerde bedrag betaald.
- Bij brief van 25 januari 2002 werd van de zijde van de Gemeente aan [eiser] geschreven, samengevat, dat transport- en verplaatsingskosten van een woonwagen in principe voor rekening van de eigenaar is, maar dat zij aan Nijbod Consultancy B.V. heeft meegedeeld dat zij bereid is om betreffende de verwijdering en het terugplaatsen van de woonwagen van [eiser] een bijdrage van (omgerekend) € 1.361,34 beschikbaar te stellen. Bij die brief van 25 januari 2002 werd van de zijde van de Gemeente aan [eiser] verder nog geschreven dat een en ander tussen partijen in hun overleg van 28 december 2001 ook al is besproken, waarbij van de zijde van de Gemeente toen ook uitdrukkelijk is gesteld dat die Gemeentelijke bijdrage beschikbaar was gesteld was voor zowel verwijderen als het terugplaatsen van de woonwagen, zodat [eiser] wist dat de Gemeente geen extra bijdrage voor terugplaatsing meer beschikbaar zou stellen.
- Bij brief van 13 november 2002 werd van de zijde van de Gemeente aan alle bewoners van het woonwagencentrum geschreven, samengevat, dat de Gemeente alleen kosten voor het inhuren van een kraan accepteert indien tijdig vooraf overleg is gepleegd en Gemeente schriftelijk heeft aangegeven met het huren van een kraan in te stemmen.
- De letterlijke tekst van de uiteindelijke brief van 6 augustus 2004 die van de zijde van de Gemeente aan [eiser] is geschreven, was vooraf in zijn geheel neergelegd in een “Conceptbrief aan de heer [eiser]”, welke conceptbrief op 13 juli 2004 door de toenmalige “gemachtigde” van [eiser] “voor akkoord namens dhr. C. [eiser]” is ondertekend. Overeenkomstig die conceptbrief werd bij de brief van 6 augustus 2004 van de zijde van de Gemeente aan [eiser] geschreven, samengevat, dat door [eiser] € 2.659,50 aan meerkosten is gemaakt voor het weghalen en herplaatsen van zijn woonwagen in 2001 waarvoor aan [eiser] bij brief van 28 september 2001 een vergoeding is toegekend van (omgerekend) € 1.361,34 en dat besloten is om in aanvulling op de al in 2001 toegekende vergoeding het resterende bedrag vermeerderd met de rente ten bedrage van totaal € 1.514,17 te betalen alsmede een bedrag van € 173,15 te vergoeden wegens gemaakte onkosten voor juridische bijstand, zodat in totaal eenmalig € 1.687,32 wordt toegekend. Bij die brief werd van de zijde van de Gemeente verder geschreven dat dit inclusief de daaraan gekoppelde voorwaarden met de adviseur van [eiser] is overeengekomen, en waarbij onder meer de volgende voorwaarden werden genoemd:
“1. Met de aanvaarding van dit bedrag wordt door u erkend dat inzake de meerkosten alles en volledig van Gemeentewege aan u is voldaan; 2. U aanvaard(t) hiermede dat u in de toekomst geen verdere of andere vorderingen meer bij de Gemeente kunt en zult instellen inzake de meerkosten van halen en brengen van uw woonwagen in 2001; 3. U erkent hiermede dat de door u verkregen vergoeding éénmalig is, en een gevolg is van een, alleen aan u, gedane toezegging door de voormalige burgemeester van [gemeente] ([X]); 4. U onderschrijft dat u in de toekomst geen nieuwe vorderingen meer kunt instellen bij de Gemeente, inzake het weghalen en plaatsen van een woonwagen”.
- Bij brieven van 25 augustus 2004 en van 1 november 2004 schreef de gemachtigde van [eiser] aan de Gemeente onder verwijzing naar de brief van 6 augustus 2004, samengevat, dat [eiser] akkoord is met de voorwaarden verbonden aan de uitbetaling van de restantuitkering van totaal € 1.687,32, maar dat [eiser] de eerder toegezegde tegemoetkoming van € 1.361,34 nooit daadwerkelijk heeft ontvangen.
- De bij brief van 6 augustus 2004 toegekende € 1.687,32 is door de Gemeente aan [eiser] betaald.