ECLI:NL:RBBRE:2007:BA0701
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Gimbrère-Straetmans
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van schriftelijke aanwijzingen in gezinsvoogdijzaak met betrekking tot persoonlijkheidsonderzoek en bezoekregeling
In deze zaak heeft de rechtbank Breda op 2 maart 2007 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de minderjarige [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum]. De moeder van de minderjarige verzocht de rechtbank om de schriftelijke aanwijzingen van de gezinsvoogdijinstelling, die haar verplichtte tot het ondergaan van een persoonlijkheidsonderzoek, te vervallen. De stichting stelde dat de moeder beperkte verstandelijke vermogens heeft en dat het onderzoek noodzakelijk is om inzicht te krijgen in haar problematiek en mogelijkheden voor de zorg van de minderjarige. De moeder betwistte dat het onderzoek direct verband houdt met de verzorging van haar kind en voerde aan dat de stichting buiten haar wettelijke bevoegdheden treedt.
De kinderrechter overwoog dat de aanwijzing voor het persoonlijkheidsonderzoek niet proportioneel was en niet rechtstreeks de verzorging en opvoeding van het kind betrof. Daarom werd deze aanwijzing vervallen verklaard. Daarnaast werd het verzoek van de moeder om de aanwijzing tot vaststelling van de bezoekregeling te wijzigen afgewezen. De kinderrechter oordeelde dat de huidige regeling, waarbij de bezoeken in het pleeggezin plaatsvinden, in het belang van de minderjarige was, gezien de heftige reacties van het kind na de bezoeken. De rechtbank concludeerde dat de stichting in redelijkheid tot deze aanwijzing had kunnen komen, en dat de belangen van de minderjarige voorop stonden.
De beschikking is gegeven door mr. M. Gimbrère-Straetmans, kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting. De uitspraak benadrukt het belang van de zorg voor de minderjarige en de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de belangen van zowel de ouder als het kind.