ECLI:NL:RBBRE:2007:BA2518
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.A.F.M. Stassen
- D. Hund
- G.H.C. Blommers
- Rechtspraak.nl
Belastingaanslag en bewijsvoering bij inkomsten uit prostitutie
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 1 maart 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende, die inkomsten uit prostitutie genoot, en de inspecteur van de Belastingdienst. De belanghebbende had in het jaar 2003 geen administratie bijgehouden van haar inkomsten, maar had deze later gereconstrueerd. De inspecteur voegde een bedrag aan omzet bij de aangifte van de belanghebbende, maar de rechtbank oordeelde dat de inspecteur deze bijtelling niet aannemelijk had gemaakt. De rechtbank stelde vast dat de bijtelling niet was gebaseerd op objectieve gegevens en dat de inspecteur niet had aangetoond dat de belanghebbende te weinig omzet had aangegeven.
De rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond en vernietigde de uitspraken op bezwaar, evenals de boetebeschikking. De aanslag werd verlaagd van € 16.410 naar € 12.006. Tevens werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, die op € 215 werden vastgesteld, en moest de Staat het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 38 vergoeden. De rechtbank benadrukte dat de inspecteur de bewijslast had en dat de stellingen van de belanghebbende geloofwaardig waren. De uitspraak bevatte ook instructies voor het instellen van hoger beroep, waarbij partijen binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak beroep konden aantekenen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.