ECLI:NL:RBBRE:2007:BA8378

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
26 juni 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
175246 KG ZA 07-276
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • mr. Steenbeek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over geldvordering in kort geding tussen Impact Solutions Netherlands B.V. en Stichting Meavitagroep

In deze zaak vorderde Impact Solutions Netherlands B.V. (hierna: Impact) in kort geding een geldsom van Stichting Meavitagroep (hierna: Meavita) ter hoogte van EUR 1.498.400,- inclusief BTW, alsmede een voorschot van EUR 100.000,- per maand voor de diabetesapplicatie. Het geschil ontstond naar aanleiding van een samenwerkingsovereenkomst tussen partijen, waarbij Impact een centrale infrastructuur en applicaties voor Meavita ontwikkelde. Meavita betwistte de vordering en stelde dat er geen rechtsgrond was voor de betaling van de gevorderde bedragen. De voorzieningenrechter oordeelde dat Impact niet in hoge mate aannemelijk had gemaakt dat de vordering bestond, en wees de primaire vordering af. Echter, de rechter stelde wel een maandelijkse verplichting van EUR 100.000,- exclusief BTW vast, te rekenen vanaf mei 2007, als voorschot voor de diabetesapplicatie, rekening houdend met het restitutierisico. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 26 juni 2007 door mr. Steenbeek in aanwezigheid van de griffier mr. Stokman.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK BREDA
Sector civiel recht
Team handelsrecht
zaaknummer / rolnummer: 175246 / KG ZA 07-276
Vonnis in kort geding van 26 juni 2007
in de zaak van
1. de besloten vennootschap IMPACT SOLUTIONS NETHERLANDS BV,
gevestigd te Breda,
2. de besloten vennootschap THE BUSINESS FACTORY SERVICES BV,
gevestigd te Breda,
eiseressen,
procureur mr. R.A.H. Post,
advocaat mr. A.C.M. Verhoeven te Rotterdam,
tegen
de stichting
STICHTING MEAVITAGROEP,
gevestigd te 's-Gravenhage,
gedaagde,
procureur mr. A.P.M. Jacobs,
advocaat mr. T.S. Jansen te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Impact (enkelvoud) en Meavita genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties;
- de akte overlegging producties van de zijde van Impact;
- de akte houdende aanvulling c.q. vermeerdering van eis tevens overlegging nadere productie van de zijde van Impact;
- de akte overlegging producties van de zijde van Meavita;
- de akte overlegging productie van de zijde van Meavita;
- de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van de zijde van Impact;
- de pleitnota van de zijde van Meavita.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. Het geschil
2.1. Impact vordert na wijziging van eis -verkort weergegeven- Meavita te veroordelen tot betaling aan eiseres sub 1 de somma van EUR 1.498.400,- inclusief BTW, vermeerderd met de contractuele rente van 1% per maand en te vermeerderen met een bedrag aan buitengerechtelijke kosten, althans subsidiair Meavita te veroordelen tot betaling van de genoemde bedragen aan eiseres sub 2, meer subsidiair Meavita te veroordelen tot afgifte van een bankgarantie voor een bedrag van EUR 2.000.000,- , althans een bedrag dat de voorzieningenrechter in goede justitie zal vermenen te behoren, op straffe van verbeurte van een dwangsom, alsmede Meavita te veroordelen tot maandelijkse betaling van de som van
EUR 142.800,- per maand, te rekenen vanaf de maand mei 2007, alles met veroordeling van Meavita in de kosten van het geding.
2.2. Meavita voert verweer.
3. De beoordeling
3.1. Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen en de overgelegde producties wordt uitgegaan van de volgende feiten:
- Impact maakt onderdeel uit van een concern van vennootschappen en zij maakt haar bedrijf van het ontwikkelen, produceren en op de markt brengen van hoogwaardige technologische producten voor interactieve communicatie via televisie, internet en mobiele telefoon.
- Meavita is het overkoepelend orgaan van een aantal zorginstellingen in de regio Den Haag en omstreken.
- Impact heeft samen met haar businesspartners de TV-foon ontwikkeld. Door middel van de TV-foon is het mogelijk om met andere gebruikers te communiceren.
- Impact en Meavita zijn in 2005 een strategische samenwerking met elkaar aangegaan met betrekking tot de introductie van de TV-foon binnen de organisatie van Meavita, zodat cliënten van Meavita contact kunnen krijgen met huisartsen, mantelzorgers en leveranciers.
- Meavita heeft in het kader van de strategische samenwerking met Impact bedongen dat Impact Meavita tot 1 juli 2006 het exclusieve recht verleent op de introductie van het TV-foonconcept binnen haar regio.
- Op 10 augustus 2005 is in het kader van de strategische samenwerking een mantelovereenkomst tussen de rechtsvoorgangster van Impact, eiseres sub 2 The Business Factory Services B.V., en Meavita tot stand gekomen.
- In de mantelovereenkomst wordt het project, waarbij Impact de centrale infrastructuur en de TV-foons (bestaande uit een SetTopBox en een USB videocamera) levert, aangeduid met de codenaam “Het Paarse Hart”. Die naam is later veranderd in “Meavita Thuis”.
- In bijlage I (pagina 2) bij de mantelovereenkomst is het volgende bepaald:
“(…) De prijs, voor de bovengenoemde hardware en bouwen van infrastructuur en inrichting van de database is op basis van een vaste prijs en bedraagt euro 1.000.000,00 (zegge 1 miljoen euro) exclusief btw.
(…)
Bij een opschaling naar 100.000 stuks zal een meerprijs van euro 900.000,- voor de uitbreiding van de Centrale Infrastructuur en de daarbij gepaard gaande extra wensen na afloop voor de eerste roll-out van 10.000 stuks.
(…)”
- In bijlage III bij de mantelovereenkomst is in artikel III.3 onder meer het volgende bepaald:
(…) Indien Meavita op 1 juli 2006 zal besluiten om door te gaan met het project met de opschaling naar 100.000+ producten zal de exclusiviteit worden verlengd naar 1 juli 2008 voor genoemde regio. (…)”
- In bijlage V bij de mantelovereenkomst is een serviceovereenkomst opgenomen.
- De algemene leveringsvoorwaarden van de FENIT zijn op de mantelovereenkomst van toepassing verklaard.
- Impact is als partij in het kader van de mantelovereenkomst in de plaats getreden van The Business Factory Services B.V., van welke contractsoverneming Meavita op de hoogte is gesteld.
- Meavita heeft 10.000 TV-foons afgenomen.
- Impact heeft in opdracht van Meavita een applicatie ontwikkeld in het kader waarvan diabetespatiënten via de TV-foon contact kunnen hebben met hun verplegers in verband met controles van onder andere het bloedsuikergehalte.
- Meavita heeft Impact eind 2006 in kennis gesteld van haar voornemen om te fuseren met zorginstellingen in andere regio’s, waarbij het de bedoeling was om de TV-foon ook bij die fusiepartners te introduceren.
- Partijen hebben in het najaar van 2006 overleg gevoerd over een nieuwe overkoepelende overeenkomst waarbij ook de fusiepartners partij zouden zijn en welke overeenkomst in de plaats zou treden van de mantelovereenkomst.
- Meavita heeft in het kader van die overkoepelende overeenkomst bij brief van 4 oktober 2006 haar uitgangspunten verwoord.
- In reactie op de brief van 4 oktober 2006 heeft Impact bij brief van 3 november 2006 aan Meavita het volgende medegedeeld:
“ Hierbij bieden wij u het voorstel aan van Impact Solutions Netherlands BV m.b.t. het strategisch partnership met de samenwerkende Thuiszorg organisaties MSTV (Meavita, Sensire, Thuiszorg Groningen en Vitras).
Voorsprong in de tijd
1. MSTV verkrijgt exclusiviteit in de vorm van voorsprong in de tijd tot 1 januari 2008 in de geografische gebieden zoals deze zijn vastgelegd in de mantelovereenkomsten van Meavita d.d. 10 augustus 2005 en Sensire/Thuiszorg Groningen d.d. 23 juni 2006.
2. MSTV garandeert aan Impact Solutions Netherlands BV gedurende een periode van vijf jaar de afname van 30,000 TVfoons per jaar met ingang van 1 juli 2007 tegen de voorwaarden zoals vastgelegd in de contracten vermeld onder punt 1. (…)
3. In dit kader garandeert MSTV bij de ondertekening van deze overeenkomst de betaling van het saldo van de licentierechten voor de centrale infrastructuur t.b.v. euro 900.000,- excl. BTW zoals vermeld in de mantelovereenkomst van Meavita d.d. 10 augustus 2005. (…)”
- In de brief van 15 december 2006 van Impact aan Meavita is het volgende vermeld:
(…) Op 12 december 2006 is er een punt bereikt, waarbij in grote lijn overeenstemming is bereikt over hoe wij verder gaan in onze samenwerking. Een kopie met de gemaakte afspraken met Theo Meuwese is bijgevoegd als bijlage I.
(…)
Diabetes
Met betrekking tot de diabetisch applicatie zal Impact Care BV de ontwikkelingskosten van ruim euro 1.400.000,- volledig voor haar rekening nemen, zoals verwoord in bijlage I. Als tegenprestatie verwachten wij dan ook een getekende opdracht voor de offerte, die wij hebben uitgebracht voor de invoering van de eerste 1.500 patiënten voor een vast bedrag van euro 120.000,- per maand.
(…)
Verlenging van de exclusiviteit (voorsprong in tijd) MSTV verkrijgt exclusiviteit in de vorm van voorsprong in de tijd tot 1 januari 2008 in de geografische gebieden zoals deze zijn vastgelegd in de mantelovereenkomsten van Meavita dd. 10 augustus 2005 en Sensire/Thuiszorg Groningen dd. 23 juni 2006.
Impact heeft ingestemd met de door Meavita gewenste verlenging van de exclusiviteit tot 1 januari 2008, onder de voorwaarde dat Meavita een bedrag van € 900.000,- aan haar zou voldoen. De voorsprong in tijd wordt hiermee in uw voordeel met anderhalf jaar verlengd en u wordt niet gehouden een bestelling van 100.000 stuks te doen. Er zal wel worden opgeschaald en mede om die reden verzoek ik u het resterende bedrag van euro 900.000,- conform de mantelovereenkomst na facturatie aan ons over te maken.(…)”
- Impact heeft aan Meavita bij factuur van 27 december 2006 een bedrag van euro 900.000,- in rekening gebracht.
- Meavita heeft in januari 2007 het project Meavita Thuis aan de pers gepresenteerd.
- Impact heeft bij facturen van 23 februari 2007, 21 maart 2007 en 27 april 2007 telkens euro 120.000,- exclusief BTW aan Meavita in rekening gebracht ter zake van de diabetesapplicatie.
- Bij e-mailberichten van 24 april 2007 heeft Impact Meavita verzocht de openstaande facturen te voldoen, althans een voorlopige aanbetaling te doen.
- Meavita heeft in daarop volgende e-mailberichten Impact het volgende laten weten:
“(…)Ik begrijp je vraag om betaling van rekeningen.(…)” en
“(…) Ik heb het intern besproken en ons standpunt op dit moment is dat wij nu niet overgaan tot betaling. (…)”
- De raadsman van Impact heeft bij brief van 15 mei 2007 Meavita gesommeerd om de openstaande facturen, te vermeerderen met buitengerechtelijke kosten alsmede de rente te voldoen.
- Meavita heeft de facturen onbetaald gelaten.
3.2 Impact legt aan haar vordering tot betaling van het bedrag van euro 900.000,- ten grondslag dat partijen zijn overeengekomen dat de in de mantelovereenkomst opgenomen exclusiviteit zou worden verlengd, zonder dat Meavita direct de afnameverplichting van meer TV-foons in het kader van de opschaling op zich behoefde te nemen, tegen betaling van het tweede gedeelte van de koopprijs van de centrale infrastructuur, zijnde voormeld bedrag. Impact stelt dat de nadere afspraken zijn vastgelegd in de brieven van de zijde van Impact aan Meavita van 3 november en 15 december 2006. Volgens Impact heeft Meavita de factuur van 27 december 2006 ad euro 900.000,- niet betwist, hetgeen kan worden afgeleid uit de e-mailcorrespondentie tussen de heer Van den Bos van Impact en de heer Van de Meeberg, destijds bestuursvoorzitter van Meavita. Aan haar vordering tot betaling van euro 120.000,- vanaf de maand februari 2007 legt Impact ten grondslag dat de diabetesapplicatie op 5 februari 2007 is opgeleverd, hetgeen met zich mee brengt dat Meavita vanaf dat moment de maandelijkse bijdrage voor onderhoud en services verschuldigd is. Impact stelt dat de programmatuur van de applicatie zonder enig voorbehoud door Meavita is geaccepteerd, wat blijkt uit de perspresentatie van 24 januari 2007 waarin is medegedeeld dat Meavita vanaf februari 2007 1.500 diabetespatiënten zal aansluiten op de TV-foon. Impact stelt zich op het standpunt dat Meavita in gebreke is gebleven met de betaling van de haar toegezonden facturen en zij uit dien hoofde toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de verplichtingen voortvloeiend uit de tussen partijen gesloten mantelovereenkomst en de nadere afspraken. De vordering voldoet aan de in de jurisprudentie gestelde criteria om voor toewijzing in aanmerking te komen, nu de vordering voldoende aannemelijk is, van een restitutierisico geen sprake is en zij een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorziening in verband met acute liquiditeitsproblemen, aldus Impact.
3.3 Meavita voert daartegen allereerst aan dat Impact onrechtmatig heeft gehandeld door onderhavig kort geding tegen Meavita aan te spannen, omdat partijen in het bestuurlijk overleg van 29 maart 2007 zijn overeengekomen dat zij elkaar niet in rechte zullen betrekken. Voorts voert Meavita aan dat Impact weliswaar heeft gesteld dat zij in een financiële noodsituatie verkeert en dat zij om die reden spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorziening, maar zij heeft nagelaten deze stelling te onderbouwen. Meavita stelt zich ten aanzien van de vordering tot betaling van euro 900.000,- op het standpunt dat in verband met de fusie van Meavita, Sensire, Vitras en Thuiszorg Groningen partijen zijn overeengekomen dat het “tweede beslismoment” tot opschaling naar 100.000 stuks was vervallen. Volgens Meavita hebben partijen vervolgens gesproken over een nieuwe overkoepelende overeenkomst, die de mantelovereenkomst van 10 augustus 2005 zou gaan vervangen. Meavita betwist dat een toezegging tot opschaling is gedaan en zij betwist mondeling akkoord te zijn gegaan met betaling van EUR 900.000,-. Meavita stelt in het bestuurlijk overleg op 7 maart 2007 tegen de factuur te hebben geprotesteerd, zodat van een stilzwijgende instemming met betaling geen sprake is geweest. De gevorderde veroordeling tot betaling van dat bedrag dient naar de stelling van Meavita te worden afgewezen.
Met betrekking tot de vordering ter zake van de diabetesapplicatie stelt Meavita dat partijen slechts de intentie hebben uitgesproken een overeenkomst aan te gaan en dat partijen, vooruitlopend op deze overeenkomst, geheel vrijblijvend EUR 50.000,- hebben geïnvesteerd in het ontwerp en de ontwikkeling van de applicatie. Meavita stelt dat fase 1 van de applicatie pas eind mei 2007 is opgeleverd, zodat van een veroordeling tot betaling van kosten over de maanden februari tot en met mei 2007 geen sprake kan zijn. Bovendien ziet de door Impact gevorderde vergoeding naar de stelling van Meavita op fase 3 van de applicatie en is er geen overeenstemming over de vergoeding van fase 1 van de applicatie. Er bestaat aldus geen rechtsgrond voor de gevorderde betaling van een maandelijkse vergoeding van EUR 120.000,- aan Impact ter zake van de applicatie en, zo er al een opeisbare betalingsverplichting zou zijn, is Meavita slechts gehouden aan Impact Care B.V. te betalen, aldus Meavita.
3.4 Niet blijkt van enig vorderingsrecht van Business Factory Services B.V. zodat haar vorderingen in elk geval moeten worden afgewezen. Voor zo ver hierna over Impact wordt gesproken wordt daar mee eiseres sub 1 bedoeld.
3.5 Ten aanzien van de stelling van Meavita, dat partijen afstand hebben gedaan van hun recht om rechtsvorderingen jegens elkaar in te stellen en Impact derhalve niet in haar vorderingen kan worden ontvangen, wordt het volgende overwogen.
Meavita heeft haar stelling onderbouwd door te verwijzen naar het verslag van het bestuurlijk overleg van 29 maart 2007 (productie 4 van de zijde van Meavita), waarin die afspraak is opgenomen. De voorzieningenrechter is met Impact van oordeel dat, nu die afspraak is vermeld onder het kopje “Veilig Thuis”- een ander project - , deze geen betrekking heeft op de gehele mantelovereenkomst en Impact ontvankelijk is in haar vorderingen verband houdende met de centrale infrastructuur en de diabetesapplicatie.
3.6 De (primair) gevorderde voorziening strekt tot betaling van een geldsom. Voor toewijzing van een dergelijke vordering in kort geding is slechts dan plaats, als het bestaan en de omvang van de vordering in hoge mate aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling bij afweging van de belangen van partijen - aan toewijzing niet in de weg staat.
3.7 Anders dan Meavita stelt, is de voorzieningenrechter van oordeel dat Impact voldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld, waaruit blijkt dat de gevraagde voorzieningen uit hoofde van onverwijlde spoed zijn geboden. Impact heeft gesteld en ter zitting door haar financieel directeur doen toelichten dat zij als gevolg van liquiditeitsproblemen haar organisatie heeft moeten inkrimpen en dat haar huisbankier haar heeft gedwongen rechtsmaatregelen te nemen. Daarnaast heeft Impact gesteld dat zij geen andere contracten heeft gesloten en dat de continuïteit van haar bedrijf afhankelijk is van de betaling door Meavita van de openstaande facturen. Gelet hierop is het spoedeisend belang bij de gevorderde voorzieningen voldoende aannemelijk.
Vordering van euro 900.000,-
3.8 Tussen partijen staat vast dat het zogenaamde tweede beslismoment op 1 juli 2006
tot opschaling naar 100.000 TV-foons in verband met de onderhandelingen over een overkoepelende overeenkomst is komen te vervallen en dat Meavita dat aantal TV-foons niet heeft afgenomen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft Impact niet aannemelijk gemaakt dat partijen in dat kader wel zijn overeengekomen dat de in de mantelovereenkomst opgenomen exclusiviteit zou worden verlengd tegen betaling van het tweede gedeelte van de koopprijs van de centrale infrastructuur, zijnde euro 900.000,-. In de door Impact overgelegde brieven van de heer Van den Bos aan Meavita van 3 november 2006 en 15 december 2006 is een en ander weliswaar verwoord, maar Meavita heeft betwist dat die afspraken zijn gemaakt en uit niets blijkt dat Meavita daarmee heeft ingestemd of op andere wijze met de inhoud van die brieven akkoord is gegaan. Zonder nader onderzoek naar de feiten en eventueel het horen van getuigen, waarvoor in een kort geding geen plaats is, kan niet worden vastgesteld aan wiens zijde het gelijk in dezen is.
Uit het door Meavita als productie 4 overgelegde verslag van het bestuurlijk overleg van 29 maart 2007 kan veeleer de conclusie worden getrokken dat de brief van 15 december 2006 in het kader van de onderhandelingen over een overkoepelende overeenkomst als ingetrokken moet worden beschouwd, nu partijen zijn overeengekomen dat Impact, althans de heer Van den Bos, een (nieuwe) brief aan de Raad van Bestuur van Meavita zal sturen die de vorige brieven vervangt.
Uit de hiervoor geciteerde e-mailcorrespondentie van 24 april 2007 kan, anders dan Impact stelt, ook niet worden geconcludeerd dat Meavita de vordering en daarmee de verschuldigdheid van het bedrag erkent. Meavita heeft onweersproken aangevoerd dat zij tijdens een overleg op 14 maart 2007 aan Impact heeft medegedeeld dat er geen grondslag bestaat voor de vordering en dat in het kader van de totstandkoming van een overkoepelende overeenkomst dit standpunt kan worden heroverwogen.
Evenmin kan die verschuldigdheid impliciet worden afgeleid uit de perspresentatie van 24 januari 2007, waarbij Meavita een verwachte groei naar 20.000 aansluitingen heeft aangekondigd. De verschuldigdheid van het bedrag van euro 900.000,- is, zoals partijen stellen, in de mantelovereenkomst immers gekoppeld aan de opschaling naar 100.000 TV-foons en vast staat dat die opschaling niet heeft plaatsgevonden. Overigens rijmt de uitleg die Impact ter zitting aan de bepalingen in de mantelovereenkomst heeft gegeven, namelijk dat de prijs voor de gehele centrale infrastructuur zoals die door Impact is geleverd euro 1,9 miljoen bedraagt en dat er in feite sprake was van gespreide betaling in twee gedeelten, niet met de tekst van de betreffende bepalingen uit de overeenkomst en evenmin met haar stelling dat in de mantelovereenkomst oorspronkelijk een koppeling bestond tussen het bedrag van euro 900.000,- en de opschaling.
Gelet op hetgeen is overwogen heeft Impact het bestaan van de vordering niet in hoge mate aannemelijk gemaakt. De vordering voldoet daarmee niet aan de vereisten voor toewijzing van een geldvordering in kort geding en dient te worden afgewezen. De meer subsidiaire vordering tot afgifte van een bankgarantie ter dekking van voormelde vordering van
euro 900.000,- vermeerderd met maandelijkse kosten, deelt het lot van die vordering en dient eveneens te worden afgewezen.
Vordering ter zake van diabetesapplicatie
3.9 Als niet gemotiveerd bestreden staat vast dat Impact in opdracht van Meavita 1500 diabetesapplicaties heeft ontwikkeld en geleverd. Partijen twisten echter over de vraag wanneer de oplevering heeft plaatsgevonden en wanneer Meavita kosten is verschuldigd. Uit het door Impact als productie 15 overgelegde protocol van levering in samenhang bezien met het als productie 16 overgelegde acceptatieformulier inzake de diabetesapplicatie kan voorshands worden afgeleid dat de betreffende applicatie op 16 mei 2007 als (definitief) technisch afgeleverd moet worden beschouwd. Gelet hierop is Meavita naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet eerder dan vanaf de maand mei 2007 maandelijks aan Impact een vergoeding verschuldigd. De vordering tot betaling van service- en onderhoudskosten over de maanden februari, maart en april 2007 komt derhalve niet voor toewijzing in aanmerking. De omstandigheid dat thans niet alle geleverde applicaties in gebruik zijn, dient - zoals door de bestuursvoorzitter van Meavita ter zitting is erkend- voor rekening en risico van Meavita te blijven nu zij zelf het moment van ingebruikname bepaalt.
Ten aanzien van de prijs heeft Impact gesteld dat partijen een maandelijkse vergoeding van euro 120.000,- exclusief BTW zijn overeengekomen. Nu Meavita heeft betwist dat omtrent de prijs overeenstemming bestaat en voorshands uit de stukken en hetgeen bij de mondelinge behandeling naar voren is gebracht niet kan worden afgeleid wie van partijen het gelijk aan haar zijde heeft, stelt de voorzieningenrechter de lopende verplichting met ingang van mei 2007 en daarbij rekening houdend met het restitutierisico bij wijze van voorschot vast op EUR 100.000,- exclusief BTW per maand.
Omtrent de stelling van Meavita, dat indien er een opeisbare verplichting bestaat alleen Impact Care B.V. bevoegd is een rechtsvordering ter zake van de diabetesapplicatie in te stellen, wordt nog overwogen dat Impact en niet Impact Care B.V. als contractspartij van Meavita heeft te gelden en Impact derhalve een vorderingsrecht op Meavita heeft. Dat Impact Care B.V. de betreffende applicatie feitelijk heeft geleverd, doet aan het vorderingsrecht van Impact niet af.
3.10 De gevorderde contractuele rente en vergoeding van buitengerechtelijke kosten zijn te beschouwen als nevenvorderingen van de primaire vordering en dienen eveneens te worden afgewezen.
3.11 Aangezien elk van partijen als op enig punt in het ongelijk gesteld is te beschouwen, zullen de proceskosten worden gecompenseerd op de hierna te vermelden wijze.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter
4.1. veroordeelt Meavita om aan Impact Solutions Nederland B.V. te betalen een bedrag van euro 100.000,- (éénhonderdtweeënveertig duizendachthonderd euro) exclusief BTW per maand bij wijze van voorschot, te rekenen vanaf de maand mei 2007 totdat de verplichting tot betaling van dat bedrag op rechtsgeldige wijze zal zijn geëindigd;
4.2. compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
4.3. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Steenbeek en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. Stokman op 26 juni 2007