ECLI:NL:RBBRE:2007:BB0533
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.F.M.Q. Beukers-van Dooren
- A.A. den Hartog
- W. Brouwer
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen omzetbelastingtarief door groothandel in borduurontwerpen
In deze zaak heeft de rechtbank Breda op 21 juni 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een groothandelaar in borduurontwerpen en de inspecteur van de Belastingdienst. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de door haar voldane omzetbelasting over de verkoop van 'borduurboekjes', waarbij zij het hoge tarief van 19% had gefactureerd aan haar afnemers. De rechtbank oordeelde dat het beroep van de belanghebbende niet kon worden gehonoreerd, omdat zij het hoge tarief zelf had toegepast en gefactureerd. Dit betekent dat de omzetbelasting op grond van artikel 37 van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet OB) verschuldigd was.
De rechtbank behandelde de uitspraken van de inspecteur van 1 juni 2006, die betrekking hadden op de bezwaren van de belanghebbende tegen de voldane omzetbelasting over de tijdvakken juni 2002 en september 2002. Tijdens de zitting op 7 juni 2007 in Breda zijn zowel de belanghebbende als de inspecteur gehoord. De rechtbank concludeerde dat de belanghebbende, door het hoge tarief van 19% op haar facturen te vermelden, verplicht was deze belasting te voldoen. Het betoog van de belanghebbende dat het verlaagde tarief van 6% van toepassing zou zijn, werd verworpen.
De rechtbank merkte op dat de belanghebbende had vertrouwd op een voorstel van de inspecteur om geen andere bezwaarschriften in te dienen, maar dat dit vertrouwen niet leidde tot een teruggave van de teveel betaalde omzetbelasting. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.