ECLI:NL:RBBRE:2007:BB3119
Rechtbank Breda
- Kort geding
- mr. Steenbeek
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van Da Vinci in vorderingen tegen gemeente Werkendam in aanbestedingszaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 5 september 2007 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting STICHTING REGIONAAL OPLEIDINGSCENTRUM ZUID-HOLLAND (hierna: Da Vinci) en de gemeente Werkendam. Da Vinci had deelgenomen aan een aanbesteding voor inburgeringstrajecten voor de gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem. De gemeente Werkendam heeft Da Vinci medegedeeld dat zij niet de economisch meest voordelige inschrijving had ingediend. Na een bezwaarschrift van Da Vinci heeft de gemeente Werkendam als primair verweer aangevoerd dat Da Vinci niet ontvankelijk verklaard moest worden, omdat slechts één van de drie gemeenten was gedagvaard.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de drie gemeenten gezamenlijk de aanbestedende dienst vormen en dat het niet meer mogelijk was om de andere twee gemeenten in rechte te betrekken, aangezien de termijn van vijftien dagen na de afwijzing was verstreken. Hierdoor kon de gemeente Werkendam niet voldoen aan een eventueel veroordelend vonnis zonder de medewerking van de andere gemeenten. De rechter heeft ook opgemerkt dat de stellingen van Da Vinci over de aanbestedingsregels niet opgingen, omdat de gemeente Werkendam niet in strijd handelde door na de sluitingsdatum van de aanbesteding contact op te nemen met de laagste inschrijvers.
De rechtbank heeft Da Vinci niet ontvankelijk verklaard in haar vorderingen en haar veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gemeente Werkendam zijn begroot op EUR 1.067,00. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.