ECLI:NL:RBBRE:2007:BB4273
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.L.L. Poeth
- Rechtspraak.nl
Verantwoordelijkheid van pleegmoeder bij huurovereenkomst voor studieboeken ten behoeve van minderjarige
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Breda op 18 april 2007 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen eiseres, een leverancier van studieboeken, en gedaagde, een inmiddels meerderjarige scholiere. Eiseres vorderde betaling van een bedrag van € 406,96, dat bestond uit de hoofdsom van € 289,01, buitengerechtelijke incassokosten van € 75,- en contractuele rente van € 42,95. De vordering was gebaseerd op een huurovereenkomst voor studieboeken die door de pleegmoeder van gedaagde was aangegaan toen gedaagde nog minderjarig was.
De kantonrechter oordeelde dat de pleegmoeder de belangen van de toen nog minderjarige gedaagde had gewaarborgd bij het aangaan van de overeenkomst. Dit betekende dat gedaagde, nu zij meerderjarig is, zelf aansprakelijk kan worden gesteld voor de betaling van de verschuldigde bedragen. De kantonrechter wees erop dat de mogelijkheid voor de pleegmoeder om de kosten terug te vorderen van Stichting Leergeld niet van invloed was op de rechtsverhouding tussen gedaagde en eiseres, en dat de vernietigbaarheid van de rechtshandeling niet aan de orde was volgens artikel 1:347, tweede lid BW.
De rechter concludeerde dat de gewijzigde hoofdsom, inclusief de gevorderde rente en incassokosten, voor toewijzing in aanmerking kwam. Gedaagde werd veroordeeld in de kosten van het geding, die op dat moment waren begroot op € 287,85, inclusief het salaris van de gemachtigde van eiseres. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd ontzegd. Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van vertegenwoordigers bij het aangaan van overeenkomsten voor minderjarigen en de gevolgen daarvan wanneer de minderjarige meerderjarig wordt.