ECLI:NL:RBBRE:2007:BC0940
Rechtbank Breda
- Kort geding
- M. Leijten
- Rechtspraak.nl
Europese aanbesteding door samenwerkende gemeenten voor applicatie Personeelsregistratie en Salarisadministratie
In deze zaak gaat het om een kort geding dat is aangespannen door de besloten vennootschap RAET BV tegen een elftal samenwerkende gemeenten en de besloten vennootschap CENTRIC IT SOLUTIONS B.V. De gemeenten hebben een Europese aanbesteding uitgeschreven voor de levering van een applicatie voor het beheer en de uitvoering van werkprocessen omtrent personeelsregistratie, salarisadministratie en managementinformatie. RAET heeft zich ingeschreven, maar is door de gemeenten uitgesloten van verdere deelname omdat haar aanbieding niet voldeed aan de bestekeisen. RAET vorderde in kort geding dat de gemeenten de opdracht niet aan CENTRIC zouden gunnen en de aanbestedingsprocedure zouden staken.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de gemeenten in beginsel vrij zijn om inhoudelijke eisen te stellen aan de aanbieding, mits dit gebeurt binnen de kaders van transparantie, objectiviteit en gelijke behandeling. RAET had een aantal vragen op de conformiteitenlijst met 'neen' beantwoord, terwijl het bestek expliciet vermeldde dat alle vragen met 'ja' beantwoord dienden te worden. Hierdoor was de aanbieding van RAET niet bestekconform. De voorzieningenrechter verwierp het standpunt van RAET dat de vragen op de conformiteitenlijst als uitsluitingsgronden moesten worden beschouwd. De gemeenten hebben de aanbieding van RAET terecht terzijde gelegd, en de vorderingen van RAET werden afgewezen.
De voorzieningenrechter concludeert dat de Brabantse gemeenten de aanbestedingsprocedure correct hebben uitgevoerd en dat er geen sprake is van onrechtmatigheid. RAET werd veroordeeld in de proceskosten, zowel aan de zijde van de gemeenten als aan die van CENTRIC. De vordering tot tussenkomst van CENTRIC werd afgewezen, omdat er geen verder belang was voor CENTRIC in deze procedure.