ECLI:NL:RBBRE:2007:BC2367
Rechtbank Breda
- Kort geding
- mr. Steenbeek
- Rechtspraak.nl
Aanbestedingsrechtelijke geschillen rondom gunning van perceel 10 voor incontinentiezorg door CZ
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, vordert de vennootschap onder firma VOF MediReva dat de onderlinge waarborgmaatschappij Centrale Zorgverzekeraars Groep Zorgverzekeraar U.A. (CZ) wordt verboden om uitvoering te geven aan haar gunningsvoornemen met betrekking tot perceel 10 van de aanbesteding voor incontinentiezorg. MediReva stelt dat CZ onrechtmatig heeft gehandeld door een in de offerteleidraad opgenomen gunningscriterium na het uiterlijke moment van inschrijving te wijzigen, en dat de gunningssystematiek niet transparant is. De voorzieningenrechter heeft de procedure gevolgd, waarbij verschillende partijen, waaronder Mosadex CV, Blockland BV en Paul Hartmann BV, zich als incidentele partijen hebben gevoegd of tussenkomst hebben gevraagd.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat CZ begin juli 2007 bekendmaakte dat zij voor haar verzekerden incontinentiezorg wenste in te kopen en dat MediReva een inschrijving had ingediend voor de percelen 9 en 10. CZ had op 8 oktober 2007 een voorlopige beslissing genomen om MediReva perceel 10 te gunnen, maar na bezwaren van andere partijen heeft CZ op 16 november 2007 haar gunningsvoornemen gewijzigd. MediReva betwist deze wijziging en stelt dat dit in strijd is met de aanbestedingsregels.
De voorzieningenrechter oordeelt dat MediReva onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat CZ onrechtmatig heeft gehandeld. De rechter concludeert dat CZ binnen de grenzen van redelijkheid en billijkheid heeft gehandeld en dat de gunningssystematiek niet is gewijzigd. De vorderingen van MediReva worden afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van CZ, Mosadex, Blockland en Hartmann, die elk zijn begroot op EUR 1.067,00. Het vonnis is uitgesproken op 21 december 2007 door mr. Steenbeek in aanwezigheid van de griffier mr. Nijhof.