ECLI:NL:RBBRE:2007:BC6702
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. van Geloven
- Rechtspraak.nl
Toepasselijkheid van het Weens Koopverdrag op algemene voorwaarden in handelsrelaties
In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Breda op 23 mei 2007, gaat het om een geschil tussen Interland Chemie BV en Tessenderlo Chemie NV over de toerekenbaarheid van een tekortkoming in de levering van zwavelzuur. Interland Chemie vordert schadevergoeding van Tessenderlo Chemie, die zij beschuldigt van het niet tijdig leveren van 28.000 kg zwavelzuur aan DMV International BV, wat zou hebben geleid tot schade voor Interland Chemie. De rechtbank heeft de procedure gestart met een tussenvonnis op 4 oktober 2006 en een comparitie van partijen op 16 februari 2007.
De rechtbank heeft vastgesteld dat Interland Chemie een raamcontract had met DMV voor de levering van zwavelzuur en dat Tessenderlo Chemie de opdracht had bevestigd om dit product te leveren. Echter, de levering vond niet plaats op de afgesproken datum, wat leidde tot een aansprakelijkheidsstelling door DMV aan Interland Chemie. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, inclusief de algemene voorwaarden van Tessenderlo Chemie, die van toepassing zouden kunnen zijn op de transactie.
De rechtbank heeft overwogen dat de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van Tessenderlo Chemie moet worden beoordeeld aan de hand van het Weens Koopverdrag, aangezien beide partijen in verschillende landen zijn gevestigd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verkoopvoorwaarden van Tessenderlo Chemie, waaronder bepalingen over leveringstermijnen, van toepassing zijn op de transactie tussen partijen. De zaak is aangehouden voor verdere conclusies van partijen, waarbij Interland Chemie als eerste zal concluderen.
De rechtbank heeft iedere verdere beslissing aangehouden en de zaak verwezen naar de rol voor conclusie na tussenvonnis op 20 juni 2007.