ECLI:NL:RBBRE:2007:BI4102
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2003
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 14 juni 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst over de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2003. De inspecteur had de zelfstandigenaftrek en de dotatie aan de fiscale oudedagsreserve (FOR) geweigerd, wat leidde tot een hoger belastbaar inkomen dan door belanghebbende was aangegeven. De rechtbank heeft vastgesteld dat belanghebbende, die samen met haar echtgenoot een vennootschap onder firma (vof) had opgericht, hoofdzakelijk ondersteunende werkzaamheden verrichtte en niet voldeed aan het urencriterium dat vereist is voor de zelfstandigenaftrek en de FOR-dotatie.
Het onderzoek ter zitting vond plaats op 31 mei 2007, waar belanghebbende en haar echtgenoot, evenals de inspecteur, aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat de werkzaamheden van belanghebbende voornamelijk bestonden uit administratieve taken en dat zij in beperkte mate actief was in de hoofdactiviteit van de vof, namelijk montagewerkzaamheden. De rechtbank concludeerde dat de werkzaamheden van belanghebbende voor meer dan 70% van ondersteunende aard waren, wat niet voldeed aan de eisen voor de zelfstandigenaftrek.
Daarnaast oordeelde de rechtbank dat er sprake was van een ongebruikelijk samenwerkingsverband, aangezien het onwaarschijnlijk was dat een bouwondernemer een dergelijke samenwerking met een willekeurige derde zou aangaan. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. C.A.F.M. Stassen, rechter, in aanwezigheid van mr. M.M. Dondorp-Loopstra, griffier.