ECLI:NL:RBBRE:2008:1588
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing verzoek om vergoeding juridische bijstand en terugvordering IOAW-uitkering
In deze zaak hebben eisers beroep ingesteld tegen een besluit van de Commissie Sociale Zekerheid van de gemeente Breda, dat hun verzoek om vergoeding van juridische bijstand en teruggave van betaalde aflossingstermijnen afwees. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 4 april 2008. Eisers ontvingen vanaf 22 april 2002 een uitkering op basis van de IOAW, die op hun verzoek per 1 juli 2003 werd beëindigd. In 2005 en 2007 heeft de gemeente besluiten genomen tot herziening en terugvordering van de uitkering, omdat eisers volgens de gemeente te veel hadden ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de afwijzing van het verzoek om vergoeding van juridische bijstand niet goed was gemotiveerd, omdat de eerdere besluiten van de gemeente onterecht waren herzien. De rechtbank oordeelde dat de kosten van juridische bijstand niet als beroepsmatig konden worden aangemerkt, omdat de gemachtigde van eisers slechts incidenteel rechtshulp verleende. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond voor zover het gericht was tegen de afwijzing van de vergoeding van juridische bijstand, maar liet de rechtsgevolgen van het vernietigde gedeelte van het besluit in stand. De gemeente Breda werd gelast het griffierecht van € 39,00 aan eisers te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. E.C.H. Kouwenhoven, met mr. P.A. Schoenmakers als griffier.