ECLI:NL:RBBRE:2008:BC2575
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- D. Hund
- W. Brouwer
- G.H.C. Blommers
- Rechtspraak.nl
Verrekening van fosfaatsaldo's door akkerbouwer met negatieve saldi uit voorgaande jaren
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 3 januari 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen een akkerbouwer, hierna belanghebbende genoemd, en de inspecteur van de Belastingdienst. De belanghebbende had een naheffingsaanslag fosfaatheffing ontvangen over het jaar 2004, omdat hij een positief fosfaatsaldo had van 1.690 kg. Hij stelde dat hij dit saldo kon verrekenen met een negatief fosfaatsaldo van 1.809 kg uit de jaren 2001 tot en met 2003. De rechtbank heeft deze stelling verworpen, omdat de wetgeving bepaalt dat verrekening niet mogelijk is bij een grootveebezetting van 2,5 of minder grootvee-eenheden per hectare. De rechtbank oordeelde dat de belanghebbende, die een akkerbouwbedrijf exploiteert, niet kon ontsnappen aan deze regelgeving door te stellen dat de grens niet op hem van toepassing was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende in de jaren 2001 tot en met 2003 meer mest heeft afgevoerd dan aangevoerd, wat resulteerde in een negatief fosfaatsaldo. In 2004 was er echter sprake van een positief saldo, en de rechtbank concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. De rechtbank benadrukte dat de wet geen ruimte biedt voor een beoordeling van de billijkheid van de toepassing van de regels, en dat de belanghebbende de berekening van de fosfaatheffing niet had bestreden.
De rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en partijen werd medegedeeld dat zij binnen zes weken hoger beroep konden instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.