ECLI:NL:RBBRE:2008:BC3426

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
30 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
811267-05
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Scheffers
  • A. Alferink
  • J. Schoenmakers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van mensensmokkel en valsheid in geschrift in huurcontracten en aanvraagformulieren verblijfsvergunning

Op 30 januari 2008 heeft de Rechtbank Breda uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van mensensmokkel en valsheid in geschrift. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van beide tenlastegelegde feiten. De rechtbank overwoog dat uit het onderzoek bleek dat de verdachte en zijn mededaders vreemdelingen hielpen bij het indienen van zogenoemde M50-aanvragen. Deze aanvragen stelden vreemdelingen in staat om in Nederland te verblijven terwijl hun aanvraag werd behandeld. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet had meegewerkt aan het wederrechtelijk verblijf van de vreemdelingen, omdat zijn handelingen juist gericht waren op het verkrijgen van rechtmatig verblijf voor hen. De rechtbank oordeelde dat het irrelevant was of de aanvragen kansloos waren of dat er onjuiste verblijfadressen waren opgegeven, aangezien deze omstandigheden het verblijf van de vreemdelingen op het moment van de aanvraag niet wederrechtelijk maakten.

Met betrekking tot de valsheid in geschrift, oordeelde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte wist dat de huurcontracten en aanvraagformulieren vervalst waren. De eigenaren van de woningen bevestigden dat de vreemdelingen op de opgegeven adressen mochten verblijven, waardoor de verdachte niet kon worden aangerekend voor valsheid in geschrift. De rechtbank besloot daarom dat de verdachte ook van dit feit moest worden vrijgesproken. Tot slot werd het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven, en de rechtbank verklaarde dat de in beslag genomen voorwerpen onttrokken aan het verkeer moesten worden verklaard, met uitzondering van enkele voorwerpen die aan de verdachte werden teruggegeven.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector strafrecht
parketnummer: 811267-05
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 30 januari 2008
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [plaats en datum]
wonende te [adres]
raadsvrouw mr. N.F. Hoogervorst, advocaat te Amsterdam.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 10, 15 en 16 januari 2008, waarbij de officier van justitie, mr. L.L. van Delft, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1
zich, al dan niet samen met anderen, (beroepsmatig) schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel;
Feit 2
meerdere keren, al dan niet samen met anderen, valsheid in geschrift heeft gepleegd.
3 De voorvragen
De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
Verdachte is onder feit 1 tenlastegelegd dat hij zich samen met anderen meermalen én beroepsmatig schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel. De officier van justitie en de verdediging hebben, met een beroep op het arrest in de zaak ‘[vorige verdachte]’ van het gerechtshof te Den Bosch van 28 december 2007 (parketnummer 20-003343-06), tot vrijspraak gerekwireerd en gepleit.
De rechtbank overweegt als volgt.
Uit het onderzoek is gebleken dat verdachte en zijn mededaders de in de tenlastelegging genoemde vreemdelingen hebben bijgestaan bij het doen van de zogenaamde M50 aanvragen, bijvoorbeeld door de betreffende aanvraagformulieren in te vullen of als woordvoerder of tolk op te treden bij de gemeente.
Uit de Vreemdelingenwet 2000 volgt dat op het moment van indiening van een aanvraag en het verstrekken door de gemeente van de zogenaamde M50 sticker, een vreemdeling de beslissing op die aanvraag in Nederland mag afwachten en daarmee (tijdelijk) rechtmatig verblijf krijgt. Dit geldt ook indien die vreemdeling op het moment van het doen van de aanvraag wederrechtelijk in Nederland verbleef, zoals bij de op de tenlastelegging genoemde vreemdelingen het geval was. Gelet op dit wettelijk stelsel heeft verdachte, door vreemdelingen behulpzaam te zijn met het doen van de aanvragen en het verkrijgen van een M50 sticker, niet meegewerkt aan hun wederrechtelijk verblijf, omdat die gedragingen er juist op gericht waren om, in afwachting van de beslissing op de aanvraag verblijfsvergunning, de vreemdelingen rechtmatig in Nederland te laten verblijven. Hierbij is irrelevant of de M50 aanvragen kansloos of oneigenlijk waren of dat op de aanvragen onjuiste verblijfadressen zouden zijn opgegeven. Die laatste omstandigheden spelen wel een rol bij de beoordeling van de aanvragen verblijfsvergunning, maar maakten het verblijf van de vreemdelingen bij het doen van de aanvraag niet wederrechtelijk.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat niet bewezen kan worden dat verdachte behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van wederrechtelijk verblijf of daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, zodat hij van het onder 1 tenlastegelegde zal worden vrijgesproken.
Onder feit 2 is aan verdachte ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift in huurcontracten en/of aanvraagformulieren verblijfsvergunning MVV. De officier van justitie heeft tot vrijspraak gerekwireerd. De raadsvrouwe heeft dat primair ook bepleit.
Met betrekking tot het adres Friezenstraat 21 te Weert verklaart de eigenaar van de woning dat de vreemdeling (huurder) op dat adres mocht verblijven zodat er geen sprake kan zijn van de omschreven valsheid in geschrift. Wat betreft het adres Kloosterstraat 56 te Blerick is uit het dossier niet vast te stellen dat verdachte wist dat het wellicht een adres betrof waar de vreemdeling helemaal niet zou verblijven waardoor er geen sprake kan zijn van valsheid in geschrift bij verdachte. Dat geldt ook voor het adres Pastoor Frantzenstraat te Weert nu de eigenaar van die woning bevestigt dat de vreemdeling [vreemdeling] zelf aan hem heeft gevraagd of hij zijn adres als postadres mocht gebruiken. Er valt niet bewijzen dat verdachte daarover enige wetenschap heeft gehad.
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, zodat hij daarvan wordt vrijgesproken.
5 De overwegingen omtrent het beslag.
5.1 De onttrekking aan het verkeer
Op de beslaglijst staan onder de nummers 1FA, 2, 4, 5, 718F en 82L diverse bescheiden vermeld. Gelet op de omschrijving op de beslaglijst gaat de rechtbank ervan uit dat de bescheiden vreemdelingendossiers betreffen. Dat in diverse vreemdelingendossiers valse stukken zitten staat, gelet op de bewezenverklaarde feiten bij medeverdachten, vast.
De rechtbank is om die reden van oordeel dat de bescheiden vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer nu daarmee een strafbaar feit is begaan. Het bezit van valselijk opgemaakte stukken is bovendien in strijd met de wet en het algemeen belang.
5.2 De teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave gelasten van het hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerp aan verdachte, aangezien dit voorwerp niet vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en onder verdachte in beslag is genomen.
6 De toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing berust op de artikelen 36b en 36c van het Wetboek van Strafrecht.
7 De beslissing
De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van de onder feit 1 en feit 2 tenlastegelegde feiten;
Beslag
- verklaart onttrokken aan het verkeer de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd: 1FA, 2, 4, 5, 718F en 82L;
- gelast de teruggave aan verdachte van de voorwerpen die op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst zijn genummerd 3.
Heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. Scheffers, voorzitter, mr. Alferink en mr. Schoenmakers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Kersten, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 30 januari 2008.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 1 januari 2005 tot en met
28 juni 2005 in de gemeente(s) Weert en/of Venlo en/of elders in Nederland
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, er een beroep of
gewoonte van heeft gemaakt om (telkens) een of meer persoon/personen, te weten:
[vreemdeling], geboren op 11 januari 1986 te Douar Ait Said, Marokkaanse
nationaliteit (zaak 11, blz. 1376-1459) en/of
[vreemdeling], geboren op 13 juli 1980 te Beni Hellal, Marokkaanse nationaliteit
(zaak 42, blz. 3578-3624) en/of
[vreemdeling] geboren op 20 oktober 1973 te Saka, Marokkaanse nationaliteit (zaak
44, blz. 3625-3796) en/of
J. [vreemdeling], geboren op 10 juni 1976 te Douar Bniboukhlef, Marokkaanse
nationaliteit (zaak 49, blz. 4198-4260),
althans (telkens) (een) ander(en), uit winstbejag behulpzaam te zijn bij het
zich verschaffen van verblijf in Nederland, een andere lidstaat van de
Europese Unie, Ijsland, Noorwegen of een staat die is toegetreden tot het op
15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van
migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15
november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale
georganiseerde misdaad en/of (telkens) die persoon/personen daartoe uit
winstbejag gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft/hebben verschaft,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen
had(den) te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was, immers
heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
- (telefonisch) met zijn/hun mededader(s) gesproken over het maken van (een)
afspraak/afspraken bij (een) gemeente(s) voor het aanvragen van (een)
verblijfsvergunning(en) zonder MVV (machtiging voorlopig verblijf) voor een of
meer van bovengenoemde personen en/of
- (telefonisch) met zijn/hun mededader(s) gesproken over wanneer verdachte
en/of zijn mededader(s) en/of die persoon/personen elkaar zouden ontmoeten
en/of
- (telefonisch) met zijn/hun mededader(s) en/of met die persoon/personen (een)
prijsafspraak/prijsafspraken gemaakt, althans gesproken over (een)
geldbedrag(en) die door die persoon/personen aan verdachte en/of zijn
mededader(s) diende(n) te worden betaald voor het aanvragen van (een)
verblijfsvergunning(en) zonder MVV, althans voor te leveren en/of bewezen
diensten en/of
- voor die persoon/personen (telefonisch) (een) afspraak/afspraken gemaakt bij
(een) gemeente(s) voor het aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en) zonder
MVV en/of
- die persoon/personen aangemeld voor en/of begeleid en/of vergezeld naar
(een) gemeente(s) bij het indienen van (een) aanvraag/aanvragen
verblijfsvergunning zonder MVV en/of
- voor die persoon/personen het woord gevoerd bij (een) gemeente(s) bij het
aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en) zonder MVV, althans (daarbij) voor
die persoon/personen opgetreden als tolk/vertaler en/of
- voor die persoon/personen (een) aanvraagformulier(en) verblijfsvergunning
zonder MVV ingevuld en/of
- voor die persoon/personen (fictieve) woonruimte en/of (een)
(fictief/fictieve) (verblijf)adres(sen) geregeld/verzorgd en/of
- die persoon/personen advies gegeven omtrent woonruimte en/of (een)
verblijfadres(sen) en/of
- voor die persoon/personen (een) (fictief/fictieve) huurcontract(en) geregeld
en/of verzorgd en/of opgemaakt/opgesteld
- in elk geval is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s) die persoon/personen
behulpzaam geweest bij het aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en) zonder
MVV bij (een) gemeente(s);
art. 197a lid 2/4 (nieuw)
art 197a lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 1 januari 2005 tot en met
28 juni 2005 in de gemeente(s) Weert en/of Venlo en/of elders in Nederland
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen,
althans eenmaal, (telkens) een of meer aanvraagformulier(en)
verblijfsvergunning zonder MVV (Machtiging Voorlopig Verblijf) en/of
(kamer)huurcontract(en) en/of huurovereenkomst(en) en/of verklaring(en) geen
bezwaar tegen inschrijving, althans soortgelijke verklaring(en), - (elk)
zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -
valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft/hebben verdachte en/of
zijn mededader(s) (telkens) valselijk
- op dat/die aanvraagformulier(en) verblijfsvergunning zonder MVV en/of
(kamer)huurcontract(en) en/of huurovereenkomst(en) en/of verklaring(en) (een)
(fictief/fictieve) adres(sen) ingevuld
(Weert: Friezenstraat 21 (zaak 42), Pastoor Frantzenstraat 15 (zaak 49),
Blerick: Kloosterstraat 56a (zaak 44)),
welk(e) adres(sen) zou(den) moeten doorgaan voor het/de adres(sen) waar de
aanvrager(s) van de verblijfsvergunning zonder MVV zou(den) (gaan) wonen en/of
verblijven en/of
- op dat/die aanvraagformulier(en) verblijfsvergunning zonder MVV een
(standaard)grond(en) en/of (een) andere grond(en) dan de werkelijke grond(en)
(redenen voor verblijf in Nederland van de aanvrager(s)) ingevuld en/of
- dat/die (kamer)huurcontract(en) en/of huurovereenkomst(en
opgemaakt/opgesteld, wetende dat de in dat/die contract(en) en/of
overeenkomst(en) genoemde woning(en)/kamer(s) feitelijk niet werd(en) gehuurd
en/of verhuurd en/of
- dat/die contract(en) en/of overeenkomst(en) opgemaakt/opgesteld, als ware
dat/die contract(en) en/of overeenkomst(en) opgemaakt/opgesteld door de
verhuurder(s) van de in dat/die contract(en) en/of overeenkomst(en) genoemde
kamer(s)/woning(en) en/of
- (een) handtekening(en) onder dat/die contract(en) en/of overeenkomst(en)
geplaatst welke handtekening(en) moest(en) doorgaan voor de handtekening(en)
van de in dat/die contract(en) en/of overeenkomst(en) genoemde verhuurder(s)
en/of
- (een) handtekening(en) geplaatst onder die verklaring(en) geen bezwaar
tegen inschrijving, althans (een) soortgelijke verklaring(en), welke
handtekening(en) moest(en) doorgaan voor die van de bewoner(s) van het/de in
die verklaring genoemde adres(sen),
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht