ECLI:NL:RBBRE:2008:BC4193
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Bakx
- A. Visser
- J. Combee
- Rechtspraak.nl
Strafzaak tegen verdachte wegens seksueel contact met geestelijk gehandicapten
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Breda, is de verdachte beschuldigd van het plegen van seksueel contact met twee vrouwen, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], van wie hij wist dat zij leden aan een gebrekkige ontwikkeling van hun geestvermogens. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 1 mei 2007, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank besloot het onderzoek te heropenen om de geestelijke toestand van de slachtoffers te laten onderzoeken door een psychiater. Op 19 september 2007 werd de zaak opnieuw behandeld, en het onderzoek werd geschorst om de psychiater de gelegenheid te geven zijn bevindingen te rapporteren. De rechtbank heeft op 11 februari 2008 vonnis gewezen, waarin de verdachte werd veroordeeld voor de feiten die hem ten laste waren gelegd.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte handelingen had gepleegd die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van beide slachtoffers, terwijl hij wist dat zij niet in staat waren hun wil te bepalen of kenbaar te maken. De rechtbank overwoog dat de gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens van de slachtoffers voor de verdachte kenbaar was, en dat hij zich desondanks door zijn eigen bevrediging had laten leiden. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen en legde een gevangenisstraf van zes maanden op, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en een werkstraf van 240 uur. De rechtbank benadrukte de kwetsbaarheid van de slachtoffers en de ernst van de feiten.
De beslissing berustte op de artikelen 9, 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 27, 57, 243 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde. De rechtbank sprak de verdachte vrij van hetgeen meer of anders was ten laste gelegd.