ECLI:NL:RBBRE:2008:BC7385
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Cohen-Koningsveld
- A. Breeman
- J. Visser
- Rechtspraak.nl
Dwang tot prostitutie en poging tot drugssmokkel vanuit de Dominicaanse Republiek
In deze strafzaak heeft de rechtbank Breda op 21 maart 2008 uitspraak gedaan in een zaak tegen een verdachte die als loverboy een meisje heeft gedwongen tot prostitutie en samen met haar en anderen heeft gepoogd 20 kg cocaïne vanuit de Dominicaanse Republiek in te voeren. De verdachte, geboren in 1976 en thans gedetineerd, werd bijgestaan door raadsman mr. Boone. De officier van justitie, mr. Van Aken, was ontvankelijk in de vervolging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de in de tenlastelegging vermelde dwangmiddelen heeft gebruikt om het slachtoffer te dwingen tot prostitutie. Dit werd ondersteund door verklaringen van het slachtoffer, haar ouders en getuigen, alsook door historische gegevens van telefoonverkeer en deskundigenrapporten. De rechtbank achtte de verklaring van het slachtoffer betrouwbaar, ondanks de verdediging die de betrouwbaarheid betwistte. De verdachte heeft ontkend betrokken te zijn bij de prostitutie van het slachtoffer, maar de rechtbank oordeelde dat zijn ontkenning ongeloofwaardig was.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de verdachte ook betrokken was bij een poging tot drugssmokkel. Het slachtoffer heeft verklaard dat zij door de verdachte naar de Dominicaanse Republiek werd gestuurd om cocaïne te smokkelen. De rechtbank heeft de betrokkenheid van de verdachte bij dit drugstransport bewezen geacht op basis van getuigenverklaringen en telefoonhistorie. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar en heeft de vordering van de benadeelde partij tot immateriële schadevergoeding van € 1.500,- toegewezen. De rechtbank heeft de verdachte ook aansprakelijk gesteld voor de schade die het slachtoffer heeft geleden door de gedwongen prostitutie.