ECLI:NL:RBBRE:2008:BC7547

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
21 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
801292-07 [P]
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • J. Bakx
  • A. Struijs
  • M. van den Hombergh
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van medeplichtigheid aan de voorbereiding van een overval op restaurant 'Eeterij De Voorkamer' te Udenhout

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Breda, stond de verdachte terecht voor medeplichtigheid aan de voorbereiding van een overval op restaurant 'Eeterij De Voorkamer' in Udenhout. De zitting vond plaats op 17 maart 2008, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten presenteerden. De tenlastelegging hield in dat de verdachte samen met anderen een overval had voorbereid, maar de rechtbank oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte daadwerkelijk betrokken was bij het voorhanden hebben van de voorwerpen die voor de overval zouden zijn gebruikt.

De rechtbank concludeerde dat de verdachte geen actieve bijdrage had geleverd aan de voorbereidingshandelingen. De voorwerpen die door de medeverdachten werden gebruikt, waren al in hun bezit voordat zij bij de verdachte arriveerden. Bovendien ontbrak het causaal verband tussen de informatie die de verdachte mogelijk had verstrekt over het restaurant en de voorbereidingen voor de overval. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wist wat er zou gebeuren en dat het enkel wijzen van de weg naar het restaurant niet voldoende was om tot een veroordeling te komen.

Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van het primair en subsidiair ten laste gelegde feit. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. Bakx, en de rechters mr. Struijs en mr. Van den Hombergh. De uitspraak vond plaats op 21 maart 2008, waarbij ook het bevel tot voorlopige hechtenis werd opgeheven.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector strafrecht
parketnummer: 801292-07 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 21 maart 2008
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [datum en plaats]
thans gedetineerd in het huis van bewaring De Boschpoort te Breda
raadsman mr. Van Rooijen, advocaat te Tilburg
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 17 maart 2008, waarbij de officier van justitie, mr. Smale, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte met anderen een overval heeft voorbereid dan wel medeplichtig is geweest aan de voorbereiding van een overval.
3 De voorvragen
De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert vrijspraak voor het primair ten laste gelegde. De officier van justitie acht wel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan de voorbereiding van een overval. Zij baseert zich daarbij op verklaringen van de verdachten [mededader 1], [mededader 2], [mededader 3] en [mededader 4].
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen en wijst daarbij op het ontbreken van het noodzakelijke dubbele opzet bij verdachte. Uit het dossier blijkt niet dat verdachte wist wat er stond te gebeuren. Hij is niet bij enig vooroverleg betrokken geweest en hij heeft derhalve niets voorbereid. Het enkel wijzen van de weg naar het restaurant zonder te weten wat met die informatie gedaan zou worden, levert geen strafbaar feit op, aldus de raadsman.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat verdachte dan ook integraal vrijgesproken dient te worden.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat er op grond van de diverse verklaringen in het dossier van uit dat [voornaam] [mededader 2], [voornaam] [mededader 1], [voornaam] [mededader 4], [voornaam] [mededader 3] en verdachtes broer, [naam ] in de nacht van vrijdag 3 augustus 2007 op zaterdag 4 augustus 2007 in een gestolen auto naar restaurant “Eeterij de Voorkamer” in Udenhout zijn gereden, met het doel daar een overval te plegen. Daartoe hebben zij een baby-uzi, een mes, bivakmuts(en), panty’s en een koevoet meegenomen.
Evenals de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte, al dan niet samen met de anderen, voornoemde voorwerpen voorhanden heeft gehad. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het primair ten laste gelegde.
Subsidiair wordt verdachte verweten dat hij aan de voorbereidingshandelingen van een overval, te weten het voorhanden hebben van een gestolen auto, een baby-uzi, een mes, bivakmuts(en), panty’s en een koevoet, medeplichtig is geweest. De verweten medeplichtigheid van verdachte zou eruit bestaan dat hij middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest door de anderen de weg te wijzen naar restaurant “Eeterij de Voorkamer” en informatie te geven over de de gang van zaken in het restaurant
met betrekking tot de openingstijden en het tellen en opbergen van de dagopbrengst.
De rechtbank overweegt allereerst dat niet is komen vast te staan dat verdachte enige actieve bijdrage heeft geleverd aan het voorhanden hebben van de gestolen auto, de babyuzi, het mes, de bivakmuts(en), de panty(‘s) en de koevoet. Deze voorwerpen waren blijkens de verklaringen van [mededader 2], [mededader 1], [mededader 4], [mededader 3] en [broer verdachte] immers al in het bezit van deze personen op het moment dat zij bij de woning van verdachte in de Koestraat arriveerden. Het gronddelict, waar verdachte medeplichtig aan zou zijn, was daarmee reeds voltooid.
Voor zover daarnaast al bewezen zou kunnen worden dat verdachte inlichtingen aangaande het restaurant heeft verstrekt -hetgeen hier in het midden kan blijven- is de rechtbank van oordeel dat ieder causaal verband tussen het verstrekken van deze inlichtingen en het voorhanden hebben van voorwerpen met de bedoeling daarmee een overval te plegen, ontbreekt. De verdenking dat door het verschaffen van informatie met betrekking tot het restaurant anderen in staat zijn geweest voorwerpen voorhanden te krijgen, waarmee zij een overval wilden plegen op dat restaurant, kan de rechtbank dan ook niet volgen. Dit leidt de rechtbank tot de slotsom dat verdachte ook moet worden vrijgesproken van het subsidiair tenlastegelegde.
5 De beslissing
De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde feit;
Zij heft op het bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. Bakx, voorzitter, mr. Struijs en mr. Van den Hombergh, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Tafazzul, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 21 maart 2008.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
hij op of omstreeks 04 augustus 2007 te Udenhout, gemeente Tilburg, tezamen en
in vereniging met anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het misdrijf
diefstal met geweld in vereniging, dan wel afpersing in vereniging (in
restaurant "Eeterij De Voorkamer"), opzettelijk een baby-uzi en/of een mes
en/of een of meerdere bivakmuts(en) en/of een of meer panty('s) en/of een
koevoet en/of een (gestolen) auto, bestemd tot het begaan van dat misdrijf,
voorhanden heeft gehad;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden:
anderen dan verdachte ([voornamen]. [mededader 1] en/of [voornamen] [mededader 2] en/of [broer verdachte] en/of
[voornamen] [mededader 3] en/of [voornamen] [mededader 4]) op of omstreeks 04 augustus 2007 te
Udenhout, gemeente Tilburg, tezamen en in vereniging, ter voorbereiding van
het misdrijf diefstal met geweld in vereniging, dan wel afpersing in
vereniging (in restaurant "Eeterij De Voorkamer"), opzettelijk een baby-uzi
en/of een mes en/of
een of meerdere bivakmuts(en) en/of een of meer panty('s) en/of een koevoet
en/of een (gestolen) auto, bestemd tot het begaan van dat misdrijf, voorhanden
hebben gehad,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 04
augustus 2007 te Udenhout, gemeente Tilburg, althans in het arrondissement
Breda, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft
en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door (een of meer van) die anderen
de weg naar restaurant "Eeterij De Voorkamer" te wijzen en/of informatie te
verschaffen over de gebruikelijke gang van zaken in restaurant "Eetkamerij De
Voorkamer", met name wat betreft de openingstijden en/of het tellen en
opbergen van de dagopbrengst;