ECLI:NL:RBBRE:2008:BD3787
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Van Oijen
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige met complexe gezinsproblematiek
In deze zaak heeft de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om de minderjarige onder toezicht te stellen van de stichting en deze te machtigen de minderjarige uit huis te plaatsen. De kinderrechter heeft op 15 april 2008 uitspraak gedaan in de Rechtbank Breda. De ouders van de minderjarige, bijgestaan door hun advocaat, hebben bezwaar gemaakt tegen het verzoek van de raad. Zij zijn van mening dat hulpverlening in het gezin noodzakelijk is, maar dat dit niet in een gedwongen kader hoeft te gebeuren. De ouders hebben zelf al stappen ondernomen om geschikte hulpverlening in te schakelen en zijn van mening dat een ondertoezichtstelling een diskwalificatie van hun inzet zou zijn.
De kinderrechter heeft de situatie van het gezin beoordeeld en vastgesteld dat de ouders goede intenties hebben, maar dat zij worstelen met de regie over de hulpverlening. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er een gebrek aan regie is in de hulpverlening en dat dit een risico vormt voor de ontwikkeling van de minderjarige. De kinderrechter heeft daarom besloten dat het in het belang van de minderjarige is om onder toezicht te worden gesteld, zodat de hulpverlening beter gecoördineerd kan worden. De rechtbank heeft de minderjarige met ingang van heden tot uiterlijk 15 april 2009 onder toezicht gesteld van de stichting en het verzoek tot uithuisplaatsing afgewezen, omdat de ouders bereid zijn mee te werken aan de benodigde begeleiding voor hun kind.
De beschikking is gegeven door mr. Van Oijen, kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld door de verzoeker en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.