ECLI:NL:RBBRE:2008:BD4169

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
9 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
188416 FT-RK 08/521
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Mr. Hermans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling van een dwangakkoord in het kader van de schuldsanering

In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 9 mei 2008 uitspraak gedaan in een verzoek tot vaststelling van een dwangakkoord, ingediend door [verzoeker] tegen RBS Comfort Card. [Verzoeker] heeft een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, waarbij hij 3,7% van zijn schulden zou betalen tegen finale kwijting na drie jaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verzoeker] één preferente schuldeiser heeft met een vordering van € 1.478 en vijf concurrente schuldeisers met een totale vordering van € 31.400,92, waaronder Comfort Card met een vordering van € 2.528,51.

Comfort Card heeft geweigerd in te stemmen met de aangeboden schuldregeling, zonder een duidelijke reden op te geven. De rechtbank heeft geconstateerd dat Comfort Card, ondanks een behoorlijke oproeping, niet ter zitting is verschenen. De rechtbank heeft het verzoek tot vaststelling van het dwangakkoord toegewezen, omdat het verzoek niet ongegrond of onrechtmatig leek. Het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling behoeft hierdoor geen verdere bespreking.

De rechtbank heeft RBS Comfort Card veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op nihil, aangezien er geen griffierecht verschuldigd was en [verzoeker] niet door een procureur was bijgestaan. De beslissing van de rechtbank houdt in dat RBS Comfort Card moet instemmen met de door [verzoeker] aangeboden schuldregeling en dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector civiel recht
Team handelsrecht
verzoek ex art. 287a Fw
insolventienummer: 188416 FT-RK 08/521
nummer verklaring: TIL0120800489
uitspraakdatum: 9 mei 2008
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te Tilburg,
verzoeker,
tegen
RBS Comfort Card,
verweerder.
Partijen worden hierna [verzoeker] en Comfort Card genoemd.
1. Het verloop van de procedure.
Dit blijkt uit de navolgende processtukken:
- het op 17 april 2008 ter griffie ingekomen verzoekschrift met bijlagen;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van het verzoekschrift op 9 mei 2008.
2. Het verzoek.
Dit strekt primair tot vaststelling van een dwangakkoord als bedoeld in art. 287a Fw en subsidiair tot toelating tot de schuldsaneringsregeling.
3. De beoordeling.
3.1 Bij de beoordeling van het onderhavige verzoek gaat de rechtbank uit van de navolgende vaststaande feiten.
- [verzoeker] heeft 1 preferente schuldeiser met een vordering van euro 1.478,= en 5 concurrente schuldeisers, die in totaal een bedrag van euro 31.400,92 van hem te vorderen hebben. Tot deze concurrente schuldeisers behoort Comfort Card, met een vordering van euro 2.528,51.
- [verzoeker] heeft op 8 januari 2008 een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, inhoudende een betaling van 3,7 % tegen finale kwijting na drie jaar. Dit voorstel is een prognosevoorstel, gebaseerd op het huidige inkomen van [verzoeker].
- Comfort Card is de enige schuldeiser die – bij brieven van 11 januari 2008, 4 februari 2008 en 15 februari 2008 – geweigerd heeft in te stemmen met de aangeboden schuldregeling. Comford Card heeft hier schriftelijk geen reden voor opgegeven. Desgevraagd heeft Comford Card telefonisch laten weten het te zijner tijd uit te keren bedrag te laag te vinden.
3.2 [verzoeker] heeft ter onderbouwing van het verzoek aangevoerd dat hij op dit moment nog een uitkering heeft. Daarop is het prognose voorstel gebaseerd. Hij volgt een opleiding en is aan het solliciteren, zodat de verwachting bestaat dat hij de komende drie jaar meer kan sparen voor zijn schuldeisers dan het bedrag dat hij nu maandelijks opzij kan leggen. Hij verwacht dan ook aan het einde van de regeling meer dan 3,7% van zijn schulden te kunnen voldoen. Sinds september 2007 int Comfort Card door middel van loonbeslag een bedrag van euro 74,= per maand. Inmiddels is op deze wijze al een bedrag van ongeveerd € 580,= op de schuld van Comfort Card afbetaald. Hierdoor zijn de overige schuldeisers benadeeld, aangezien [verzoeker] nog niet in staat is geweest om maandelijks een bedrag voor zijn schuldeisers te sparen.
3.3 Comford Card is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.
3.4 De rechtbank zal, nu comfort Card ter zitting geen verweer heeft gevoerd en het verzoek de rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt, het verzoek tot vaststelling van een dwangakkoord toewijzen. Gezien deze toewijzing, behoeft het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling geen bespreking meer.
3.5 Comfort Card zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Nu voor het onderhavige verzoekschrift geen griffierecht verschuldigd is en [verzoeker] niet is bijgestaan door een procureur, worden de kosten begroot op nihil.
4De beslissing.
De rechtbank:
beveelt de RBS Comford Card in te stemmen met de door [verzoeker] aan de gezamenlijke crediteuren aangeboden schuldregeling;
veroordeelt de RBS Comford Card in de kosten van dit geding, tot op heden begroot op nihil;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Hermans en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 mei 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.