ECLI:NL:RBBRE:2008:BD4169
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Mr. Hermans
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van een dwangakkoord in het kader van de schuldsanering
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 9 mei 2008 uitspraak gedaan in een verzoek tot vaststelling van een dwangakkoord, ingediend door [verzoeker] tegen RBS Comfort Card. [Verzoeker] heeft een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, waarbij hij 3,7% van zijn schulden zou betalen tegen finale kwijting na drie jaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verzoeker] één preferente schuldeiser heeft met een vordering van € 1.478 en vijf concurrente schuldeisers met een totale vordering van € 31.400,92, waaronder Comfort Card met een vordering van € 2.528,51.
Comfort Card heeft geweigerd in te stemmen met de aangeboden schuldregeling, zonder een duidelijke reden op te geven. De rechtbank heeft geconstateerd dat Comfort Card, ondanks een behoorlijke oproeping, niet ter zitting is verschenen. De rechtbank heeft het verzoek tot vaststelling van het dwangakkoord toegewezen, omdat het verzoek niet ongegrond of onrechtmatig leek. Het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling behoeft hierdoor geen verdere bespreking.
De rechtbank heeft RBS Comfort Card veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op nihil, aangezien er geen griffierecht verschuldigd was en [verzoeker] niet door een procureur was bijgestaan. De beslissing van de rechtbank houdt in dat RBS Comfort Card moet instemmen met de door [verzoeker] aangeboden schuldregeling en dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard.