ECLI:NL:RBBRE:2008:BD7837
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Kooijman
- A. Dekker
- J. Zuidema
- Rechtspraak.nl
Fraude bij belastingaangiften met werkstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 9 juli 2008, stond de verdachte terecht voor het opzettelijk indienen van onjuiste belastingaangiften. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder het opzettelijk indienen van onjuiste aangiften voor de omzetbelasting en de inkomstenbelasting over de jaren 2002 en 2003. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 januari 2002 tot en met 30 april 2004 opzettelijk onjuiste aangiften heeft gedaan, wat resulteerde in een aanzienlijk financieel nadeel voor de belastingdienst. De verdachte had verklaard dat hij in die periode 'van het padje' was geraakt, maar de rechtbank oordeelde dat hij zich bewust was van zijn daden en de gevolgen daarvan. De officier van justitie had een werkstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden geëist. De rechtbank oordeelde echter dat een werkstraf van 200 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaar meer passend was, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het tijdsverloop sinds de feiten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van een derde tenlastegelegd feit, omdat niet bewezen kon worden dat hij geen administratie had gevoerd. De uitspraak benadrukt de ernst van belastingfraude en de noodzaak om de integriteit van het belastingstelsel te waarborgen.