ECLI:NL:RBBRE:2008:BF0511
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Onttrekking en terugvoering van grondwater en de toepassing van het nihiltarief in het belastingrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 18 augustus 2008 uitspraak gedaan in een geschil over de onttrekking van grondwater door belanghebbende, die in 2005 een sportcomplex heeft uitgebreid. Tijdens de bouw heeft belanghebbende 640.174 m3 grondwater onttrokken, waarvan 119.324 m3 is geloosd in het oppervlaktewater en 520.850 m3 via de berm is teruggevoerd in de bodem. De rechtbank moest beoordelen of belanghebbende in aanmerking kwam voor het nihiltarief op grond van artikel 9, tweede lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm). De rechtbank oordeelde dat belanghebbende niet in aanmerking kwam voor dit tarief, omdat in de verleende vergunning geen voorwaarden waren opgenomen over het terugvoeren van het onttrokken grondwater. Bovendien was er geen sprake van een gesloten systeem, zoals vereist door de wet. De rechtbank verwierp ook de stelling van belanghebbende dat de wet in haar geval onredelijk uitpakte, en verklaarde het beroep ongegrond. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.