ECLI:NL:RBBRE:2008:BF1821
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Kooijman
- Rechtspraak.nl
Tussenbeslissing over teruggave van in beslag genomen hond na gedragstest
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 22 september 2008 een tussenbeslissing genomen op een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door de eigenaar van een hond die in beslag was genomen. De eigenaar verzocht om teruggave van zijn hond, stellend dat de hond niet agressief is en dat de gedragstest die de hond had ondergaan niet voldeed aan de vereisten. De hond was in beslag genomen na een incident op 10 juli 2008, waarbij een persoon door de hond gebeten zou zijn. De rechtbank heeft de procedure en de beoordeling van het klaagschrift besproken, waarbij de advocate van de eigenaar het standpunt heeft herhaald en onderbouwd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen onrechtmatigheid van het beslag is aangetoond en dat de grond voor het beslag nog steeds aanwezig is. De vraag die aan de orde was, was of het hoogst onwaarschijnlijk is dat de zittingsrechter later tot onttrekking aan het verkeer van de hond zal besluiten. De rechtbank heeft de conclusie van de gedragstherapeut, die adviseerde om de hond in te laten slapen, kritisch bekeken. Hoewel de rechtbank de deskundigheid van de therapeut niet in twijfel trok, waren er twijfels over de omvang en de omstandigheden van de gedragstest.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de test mogelijk niet voldeed aan de eisen die aan een dergelijke test gesteld mogen worden. Daarom heeft de rechtbank besloten om de zaak te verwijzen naar de rechter-commissaris voor een nieuw onderzoek, waarbij een deskundige van de Universiteit Utrecht zal worden ingeschakeld om de gedragstest te evalueren en aanvullende vragen te beantwoorden. De rechtbank heeft benadrukt dat de aanwezigheid van de eigenaar bij de test, indien nodig, door het Openbaar Ministerie moet worden gefaciliteerd.