ECLI:NL:RBBRE:2008:BF3573
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J. Minnaar
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens vermeende verduistering na 42 jaar dienstverband
In deze zaak verzocht de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Hollandia B.V. om de arbeidsovereenkomst met de 60-jarige werknemer, die 42 jaar in dienst was, te ontbinden. De werkgever stelde dat de werknemer een poging tot verduistering had gedaan door de opbrengst van een partij schroot, waar hij als voorman verantwoordelijk voor was, ten goede te laten komen aan de voetbalvereniging Good Luck. De werknemer had echter de betalingsopdracht voor de opbrengst ingetrokken voordat deze was uitgevoerd, wat volgens hem aantoont dat er geen sprake was van een dringende reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
De kantonrechter oordeelde dat, hoewel de werknemer een fout had gemaakt, deze niet leidde tot een dringende reden voor ontbinding. De werkgever had niet aangetoond dat de werknemer de opdracht had ingetrokken uit angst voor ontdekking, en het was niet bewezen dat de werknemer de intentie had om meer dan de waarde van de hoekijzers over te maken. De kantonrechter concludeerde dat na een onberispelijk dienstverband van 42 jaar, de werknemer niet het vertrouwen van de werkgever onwaardig was geworden. Bovendien zou ontbinding van de arbeidsovereenkomst buitenproportioneel zijn, vooral gezien de financiële gevolgen voor de werknemer die op het punt stond met vroegpensioen te gaan.
Daarom werd het verzoek van Hollandia tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen, en werd Hollandia veroordeeld in de proceskosten van de werknemer, die op € 400,00 werden begroot. De uitspraak vond plaats op 3 september 2008.