ECLI:NL:RBBRE:2008:BF4864
Rechtbank Breda
- Verzet
- J. van der Weide
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen verstekvonnis inzake betaling van provisie over subsidie
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 1 oktober 2008 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De eiser, HGM Consultants BV, had in een eerdere verstekprocedure een vordering ingesteld tegen de gedaagde, aangeduid als [eiser], om een bedrag van EUR 8.012,51 te betalen, vermeerderd met rente en incassokosten. De rechtbank had in het verstekvonnis van 29 augustus 2007 de vordering van HGM toegewezen.
De gedaagde heeft verzet aangetekend tegen dit verstekvonnis, maar de rechtbank oordeelde dat de verzetdagvaarding niet voldeed aan de vereisten van concentratie van verweer zoals gesteld in artikel 128 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De gedaagde had in de verzetdagvaarding geen principaal verweer aangevoerd, wat leidde tot het vervallen van het recht om later nog verweren op te werpen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde wel degelijk bekend was met HGM en contact had gehad in verband met het verkrijgen van subsidies. Dit maakte dat de stellingen van de gedaagde niet relevant waren voor de grondslag van de vordering van HGM. De rechtbank heeft daarom het verzet ongegrond verklaard en het verstekvonnis bekrachtigd. Tevens is de gedaagde veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure, die zijn begroot op EUR 384,00.