ECLI:NL:RBBRE:2008:BG5020
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.H.C. Blommers
- D. Hund
- M.G.J.M. van Kempen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vrijstelling van BPM voor in België gehuurde auto
In deze zaak heeft de rechtbank Breda op 2 oktober 2008 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een verzoek om vrijstelling van de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM). De belanghebbende, woonachtig in Nederland, had een auto gehuurd van een Belgische maatschappij voor een periode van twaalf maanden en verzocht om vrijstelling van BPM. De inspecteur van de Belastingdienst heeft dit verzoek afgewezen, waarop de belanghebbende in beroep ging.
De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de inspecteur terecht was. De belanghebbende voldeed niet aan de voorwaarden zoals gesteld in de artikelen 2 tot en met 4 van het Uitvoeringsbesluit BPM. De rechtbank stelde vast dat de auto niet in Nederland geregistreerd was en dat er geen BPM was betaald of vrijstelling verleend. De rechtbank verwierp ook de stelling van de belanghebbende dat de heffing van BPM in strijd zou zijn met het EG-Verdrag, omdat deze kwestie pas aan de orde kan komen als er daadwerkelijk BPM wordt geheven.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat de belanghebbende geen recht had op de gevraagde vrijstelling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, en de proceskosten werden niet toegewezen. De belanghebbende werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.