ECLI:NL:RBBRE:2008:BG5834
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van advocaatkosten in het kader van alimentatie bij echtscheiding
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 12 november 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2005, waarbij hij advocaatkosten van € 1.371 had opgevoerd als negatief loon in zijn aangifte. Deze kosten waren gemaakt in het kader van zijn echtscheiding, die op 23 augustus 2005 was uitgesproken.
De rechtbank diende te beoordelen of deze advocaatkosten aftrekbaar waren van het belastbaar inkomen. De rechtbank oordeelde dat de Wet inkomstenbelasting 2001 niet voorziet in de mogelijkheid om kosten die zijn gemaakt ter voorkoming of vermindering van alimentatie in aftrek te brengen. Dit betekent dat de kosten voor juridische bijstand in het kader van de echtscheiding niet aftrekbaar zijn van het inkomen.
Daarnaast werd er een beroep gedaan op het gelijkheidsbeginsel, omdat de kosten voor rechtsbijstand voor alimentatiegerechtigden wel aftrekbaar zijn. De rechtbank oordeelde echter dat er geen sprake was van gelijke gevallen, aangezien de kosten voor inkomsten verschillen van kosten voor uitgaven. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door mr. W. Brouwer en op dezelfde dag openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. M.C.G. Spierings - van Kessel. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waar partijen binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak beroep kunnen instellen.