ECLI:NL:RBBRE:2009:BH1390
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D. Hund
- M.H. van Heel
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van bezwaarschrift inzake aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 7 januari 2009 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift van belanghebbende tegen een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2005. Belanghebbende had op 28 september 2007 de definitieve aanslag ontvangen, gebaseerd op zijn elektronisch ingediende aangifte, met een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 9.579 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 14.703. Na het indienen van een pro-forma bezwaar op 8 november 2007, heeft belanghebbende verzocht om uitstel voor de motivering van zijn bezwaar en om gehoord te worden voordat de inspecteur op het bezwaar zou beslissen.
De inspecteur heeft belanghebbende meerdere keren uitgenodigd om zijn bezwaar te motiveren, maar heeft geen reactie ontvangen. Uiteindelijk heeft de inspecteur op 14 maart 2008 het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard, omdat belanghebbende niet had gereageerd op de verzoeken om motivering. De rechtbank heeft geoordeeld dat de inspecteur terecht heeft afgezien van het horen van belanghebbende, omdat het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk was. De rechtbank benadrukte dat de mogelijkheid om gehoord te worden bedoeld is om geschilpunten te bespreken, en niet om mondeling inhoud te geven aan een geschilpunt dat niet eerder schriftelijk was ingediend.
De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, omdat hij niet had aangetoond waaruit zijn bezwaren bestonden en de inspecteur hem voldoende gelegenheid had gegeven om zijn standpunt te verduidelijken. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.