3.1 Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende weersproken alsmede op grond van de niet bestreden inhoud van de producties het volgende vast:
a. tussen partijen bestaat sinds 1986 een huurovereenkomst met betrekking tot de woning c.a. staande en gelegen te [adres], zulks tegen een huurprijs van laatstelijk € 324,49 per maand;
b. mevrouw [Y] heeft aangifte gedaan van belediging, jegens haar geuit door [huurder] tussen 30 juli 2006 en 5 september 2006, waarvan proces-verbaal d.d. 17 november 2006 is opgemaakt;
c. [Z] heeft aangifte gedaan van bedreiging, jegens hem geuit door [huurder] op 27 juni 2007, waarvan proces-verbaal d.d. 28 juni 2007 is opgemaakt;
d. mevrouw [Y] heeft aangifte gedaan van bedreiging en belediging, jegens haar geuit door [huurder] op 16 september 2007, waarvan proces-verbaal d.d. 16 september 2007 is opgemaakt;
e. door een medebewoner van de [adres] is aangifte gedaan van bedreiging, jegens hem/haar geuit door [huurder] op 16 september 2007, waarvan procesverbaal d.d. 16 september 2007 is opgemaakt, welke is geanonimiseerd;
f. [D] heeft per brief d.d. 3 november 2007 een klacht ingediend bij WWB, welke klacht gaat over het zich bedreigd en geïntimideerd voelen door [huurder];
g. WWB heeft per brief d.d. 31 maart 2008 aan [huurder] laten weten dat hem de toegang tot het kantoor van WWB wordt ontzegd gedurende een jaar, wegens zijn misdragingen op 21 maart 2008 op het voornoemde kantoor en wegens het uiten van bedreigingen jegens familieleden van een medewerker van WWB;
h. [T] heeft middels een meldingsformulier d.d. 8 april 2008 een klacht ingediend bij WWB, welke klacht is gelegen in het jegens hem uiten van beledigingen en/of bedreigingen door [huurder] op 5 november 2007,
23 november 2007, 7 december 2007, 14 december 2007 en 7 april 2008;
i. [Z] heeft aangifte gedaan van mishandeling door [huurder] op 2 juni 2008, waarvan proces-verbaal d.d. 2 juni 2008 is opgemaakt;
j. [T] heeft aangifte gedaan van mishandeling en bedreiging door [huurder] op 6 augustus 2008, waarvan proces-verbaal d.d. 6 augustus 2008 is opgemaakt, waarin de volgende opmerking van verbalisanten staat: “Wij hebben inderdaad gezien dat het kunstgebit doormidden is gebroken”;
k. [T] heeft aangifte gedaan van mishandeling door [huurder] op 18 oktober 2008, waarvan proces-verbaal d.d. 21 oktober 2008 is opgemaakt;
l. [R] heeft per brief d.d. 11 november 2008 een klacht ingediend bij WWB, welke klacht gaat over het jegens hem aannemen van een dreigende houding door [huurder];
m. [T] heeft tijdens een politieverhoor, waarvan proces-verbaal d.d.
24 november 2008 is opgemaakt, onder meer verklaard dat hij, zijn vriendin en andere medebewoners op 8 november 2008 door [huurder] zijn beledigd dan wel uitgescholden.