ECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Kralingen
- A. Louwerse
- J. de Schepper
- Rechtspraak.nl
Vertoning van geslachtsdeel aan minderjarigen via webcam
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 5 maart 2009, stond de verdachte terecht voor het vertonen van zijn geslachtsdeel aan vier meisjes, allen onder de 16 jaar, via een webcamverbinding. De rechtbank oordeelde dat het vertonen van een geslachtsdeel via technische hulpmiddelen zoals een computer en webcam valt onder de delictsomschrijving van artikel 240a van het Wetboek van Strafrecht. De wetgever heeft als doel om minderjarigen te beschermen tegen ongewenste beïnvloeding door dergelijke beelden. De wil van de betrokken jeugdige is daarbij niet van belang. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte, die zich voordeed als een jongere, opzettelijk de kans heeft aanvaard dat hij met minderjarigen in contact kwam. De aangeefsters, die aangifte deden, verklaarden dat de verdachte hen via MSN benaderde en hen vroeg de webcam aan te zetten. Bij het tot stand komen van de verbinding toonde de verdachte zijn geslachtsdeel en trok hij zich af. De rechtbank verwierp het verweer van de verdediging dat er geen sprake was van vertonen, omdat de meisjes de webcamverbinding zelf hadden ingeschakeld. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich bewust was van het risico dat hij met minderjarigen te maken had en dat hij dit risico op de koop toe nam. De verdachte werd veroordeeld tot een werkstraf van 100 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank benadrukte het belang van bescherming van jeugdigen tegen schadelijke invloeden en de noodzaak om dergelijke gedragingen te bestraffen.