ECLI:NL:RBBRE:2009:BH6971
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging kostenbeschikking aanmaningskosten wegens gebrek aan kennisgeving uitstel van betaling
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 6 februari 2009 uitspraak gedaan in een geschil over aanmaningskosten die aan belanghebbende in rekening zijn gebracht ter zake van een naheffingsaanslag bestemmingsheffing. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag en er was uitstel van betaling verleend. De ontvanger heeft echter niet aangetoond dat belanghebbende op de hoogte was gesteld van het vervallen van dit uitstel. De rechtbank oordeelde dat de ontvanger in strijd heeft gehandeld met artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), wat leidde tot de vernietiging van de kostenbeschikking.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond voor zover het betrekking had op de kostenbeschikking en vernietigde de uitspraak op bezwaar die betrekking had op de aanmaningskosten. Voor het overige werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank gelastte tevens dat de Staat het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 39 vergoedt.
De uitspraak op bezwaar van de ontvanger was gedateerd op 19 december 2007, maar het beroepschrift van belanghebbende was pas op 28 december 2007 ingediend, wat buiten de beroepstermijn viel. De rechtbank oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een verschoonbare termijnoverschrijding rechtvaardigden. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, omdat er geen kosten zijn gesteld die voor vergoeding in aanmerking komen.
De uitspraak is gedaan door mr. W. Brouwer en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. I. van Wijk, griffier. Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.