ECLI:NL:RBBRE:2009:BI9293
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Kooijman
- A. Hopmans
- J. Kneepkens
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor het in vereniging afleveren van MDMA-pillen met compensatie in de strafmaat
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 18 juni 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met anderen betrokken was bij de levering van een grote hoeveelheid pillen, waarvan een deel MDMA bevatte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten op 5 augustus 2008 in Oisterwijk 4763 pillen hebben verkocht en/of vervoerd, die een beperkte hoeveelheid MDMA en een significant percentage mCPP bevatten. De officier van justitie baseerde de betrokkenheid van de verdachte op tapgesprekken, maar de verdediging betwistte deze betrokkenheid en stelde dat de gesprekken over hennep gingen. De rechtbank verwierp dit verweer en oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de verkoop van de pillen. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was dat de verdachte opzettelijk de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat er mCPP in de pillen zat, en sprak hem vrij van dat onderdeel van de tenlastelegging. De rechtbank hield rekening met de geringe hoeveelheid MDMA in de pillen bij de strafoplegging. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 137 dagen, waarbij de tijd in voorarrest in mindering werd gebracht, en een werkstraf van 60 uren werd opgelegd. De rechtbank benadrukte dat de strafmaat in overeenstemming moest zijn met de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de zaak.