ECLI:NL:RBBRE:2009:BI9333
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Hopmans
- A. Kooijman
- J. Kneepkens
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 na verkeersongeval met dodelijke afloop
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 18 juni 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een verkeersongeval op 13 maart 2008. De verdachte, bestuurster van een Volkswagen, verleende geen voorrang aan twee bromfietsers op de Bredaseweg in Tilburg, wat resulteerde in een aanrijding waarbij één bromfietser om het leven kwam en de andere zwaar gewond raakte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op het moment van de aanrijding niet voldoende oplettend was, maar oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. De rechtbank heeft de verdediging gevolgd in de stelling dat de verdachte handelde vanuit een situatie van overmacht, waarbij zij probeerde een gevaarlijke verkeerssituatie te vermijden. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het primair ten laste gelegde feit, maar verklaarde wel dat zij artikel 62 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 had overtreden door geen voorrang te verlenen. De rechtbank legde een werkstraf van 60 uren op en een rijontzegging van 6 maanden. De uitspraak benadrukt de complexiteit van verkeerssituaties en de beoordeling van schuld in het verkeer, waarbij niet alleen de gevolgen van de handelingen van de verdachte, maar ook de omstandigheden waaronder deze handelingen plaatsvonden, in aanmerking worden genomen.