ECLI:NL:RBBRE:2009:BJ2238
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Scheffers
- A. Kooijman
- J. Prenger
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van hennepbezit door onrechtmatige woningdoorzoeking en bewezenverklaring van vuurwapenbezit
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 7 juli 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die ten laste was gelegd het aanwezig hebben van ongeveer 57 kilogram hennep en een pistool met munitie. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het hennepbezit, omdat de woning van de verdachte onrechtmatig was betreden. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een onherstelbaar vormverzuim, aangezien de controle in de woning niet was gebaseerd op een concrete verdenking en de machtiging tot binnentreden niet rechtsgeldig was. Dit leidde tot de conclusie dat het bewijsmateriaal, verkregen door het onrechtmatig binnentreden, uitgesloten moest worden van het bewijs. Hierdoor kon het hennepbezit niet wettig en overtuigend worden bewezen.
Voor het tweede feit, het bezit van een vuurwapen en munitie, oordeelde de rechtbank anders. De verdachte had tijdens een verhoor een open vraag beantwoord en verklaard dat hij een vuurwapen in zijn woning had. De rechtbank concludeerde dat er geen link was tussen de onrechtmatige doorzoeking en de bekentenis van de verdachte over het vuurwapen, waardoor dit bewijs wel gebruikt kon worden. De rechtbank achtte het bezit van het vuurwapen en de munitie wettig en overtuigend bewezen, en legde een werkstraf van 120 uur op. De rechtbank hield rekening met het feit dat het om een oud feit ging en dat de verdachte eerder in aanraking was gekomen met de Wet Wapens en Munitie.