ECLI:NL:RBBRE:2009:BJ7621
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Hopmans
- A. van Kralingen
- J. Kneepkens
- Rechtspraak.nl
Vernieling en bedreiging binnen echtscheidingsprocedure
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 14 september 2009, stond de verdachte terecht voor het bedreigen van zijn echtgenote met een buigijzer en het vernielen van goederen die mede toebehoorden aan haar. De feiten vonden plaats op 28 januari 2009 te Zevenbergen, gemeente Moerdijk, in het kader van een echtscheidingsprocedure. De rechtbank oordeelde dat de verdachte ten tijde van de feiten nog niet van tafel en bed gescheiden was van zijn echtgenote, waardoor de vervolging voor de vernieling op grond van artikel 353 juncto 316 van het Wetboek van Strafrecht uitgesloten was. De officier van justitie werd op dit onderdeel niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank achtte het feit van bedreiging met zware mishandeling wettig en overtuigend bewezen, gebaseerd op de bekennende verklaring van de verdachte en de aangifte van de benadeelde partij. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke werkstraf van 40 uren met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot betaling van € 250,-- aan de benadeelde partij ter zake immateriële schade. De rechtbank oordeelde dat de vordering van de benadeelde partij voor materiële schade niet-ontvankelijk was, omdat de vervolging voor de vernieling was uitgesloten. De rechtbank benadrukte dat de verdachte zich in een emotioneel beladen situatie had laten leiden tot agressief gedrag, wat niet alleen de relatie met zijn echtgenote, maar ook het vertrouwen van hun jonge zoon had geschaad.