ECLI:NL:RBBRE:2009:BK0016
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Geheimhouding van persoonsgegevens in belastingzaken met betrekking tot waterscooters
In deze zaak heeft de inspecteur van de Belastingdienst verzocht om geheimhouding van de namen van kopers van waterscooters en de bijbehorende chassisnummers. De rechtbank Breda heeft op 12 oktober 2009 geoordeeld dat er bij de kopers een redelijke angst bestaat voor represailles van de belanghebbende, wat de bescherming van hun persoonlijke levenssfeer rechtvaardigt. De rechtbank heeft de geheimhouding toegewezen en de zaak terugverwezen naar de enkelvoudige belastingkamer voor verdere behandeling. De rechtbank overwoog dat de persoonlijke levenssfeer van de kopers zwaarder weegt dan het verdedigingsbelang van de belanghebbende, die de identiteit van de kopers wenste te kennen om zijn verdediging te kunnen voeren. De rechtbank heeft daarbij artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in acht genomen, dat de mogelijkheid biedt om geheimhouding te verzoeken in gevallen waar de persoonlijke levenssfeer in het geding is. De rechtbank heeft ook de stelling van de belanghebbende verworpen dat artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) aan de geheimhouding in de weg staat, en benadrukt dat de rechten van de verdediging niet verder dan strikt noodzakelijk mogen worden beperkt. De rechtbank concludeert dat de geheimhouding gerechtvaardigd is en dat de inspecteur de nodige maatregelen moet nemen om de geheimhouding te waarborgen.