ECLI:NL:RBBRE:2009:BK2147
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.F.M.Q. Beukers-van Dooren
- M.H. van Heel
- Rechtspraak.nl
Naheffing omzetbelasting na ambtshalve teruggaaf en de rechtsgeldigheid van de naheffingsaanslag
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 19 oktober 2009, staat de naheffing van omzetbelasting centraal. De belanghebbende, een ondernemer, had in 2004 een suppletieaangifte gedaan voor het jaar 2002, waarin zij een bedrag van € 10.238 aan verschuldigde omzetbelasting en € 17.345 aan voorbelasting aangaf. De inspecteur verleende een ambtshalve teruggaaf van € 7.020. Na een controle legde de inspecteur een naheffingsaanslag op van € 10.212,50, die later werd verminderd tot € 9.832. De rechtbank oordeelde dat de naheffing tot een bedrag van € 7.020 niet mogelijk was, omdat dit bedrag betrekking had op een ambtshalve teruggaaf en niet op een onbetaald bedrag aan omzetbelasting. De rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond en verminderde de naheffingsaanslag tot € 2.812, terwijl de boetebeschikking werd vernietigd. De rechtbank oordeelde dat de belanghebbende niet had aangetoond dat de afgetrokken voorbelasting juist was en dat de inspecteur terecht de aftrek had geweigerd. De uitspraak biedt inzicht in de voorwaarden waaronder naheffing van omzetbelasting mogelijk is en de rol van ambtshalve teruggaaf in dit proces. De belanghebbende kan binnen zes weken na de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.