ECLI:NL:RBBRE:2009:BK3763
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Combee
- A. van Kralingen
- J. Schotanus
- Rechtspraak.nl
Zedenzaak: Ontucht met een meisje in staat van verminderd bewustzijn
In deze zedenzaak heeft de Rechtbank Breda op 18 november 2009 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van ontucht met een meisje dat zich in een staat van verminderd bewustzijn bevond. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte ontuchtige handelingen heeft gepleegd met het slachtoffer, terwijl hij wist dat zij in een kwetsbare toestand verkeerde. De verdediging voerde aan dat de verdachte, die zwakbegaafd is, onder ongeoorloofde druk van de verhoorders tot een bekentenis was gekomen. Dit verweer werd door de rechtbank verworpen, omdat de verklaringen van de verdachte betrouwbaar werden geacht en de druk die tijdens de verhoren was uitgeoefend niet als ongeoorloofd werd beschouwd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet strafbaar was voor het primair tenlastegelegde feit van poging tot seksueel binnendringen, maar wel voor het subsidiaire feit van ontucht. De rechtbank nam in haar overwegingen mee dat de verdachte een blanco strafblad had en dat het incident inmiddels tweeënhalf jaar geleden had plaatsgevonden. De officier van justitie had een werkstraf van 180 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden geëist, maar de rechtbank legde uiteindelijk een werkstraf van 150 uur op, met een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact die dergelijke daden kunnen hebben op de slachtoffers.