ECLI:NL:RBBRE:2009:BK4490
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Hooff
- A. Schoonen
- J. van Ham
- Rechtspraak.nl
Verrekening van vermogen na overlijden en betrokkenheid bij de dood
In deze zaak vordert eiseres, de zus van de overledene [B], verklaring voor recht dat gedaagde, de weduwe van [B], geen aanspraak kan maken op het verrekenbeding in de huwelijkse voorwaarden. Het huwelijk tussen gedaagde en [B] eindigde door het overlijden van [B] op 1 of 2 juni 1998, waarbij gedaagde werd veroordeeld voor betrokkenheid bij de dood van [B]. De huwelijkse voorwaarden, opgesteld op 28 mei 1997, bevatten een verrekenbeding dat alleen van toepassing is indien het huwelijk is ontbonden door overlijden zonder dat er een scheiding van tafel en bed aanhangig is gemaakt. Eiseres stelt dat gedaagde de hand heeft gehad in de gewelddadige dood van [B] en dat het onaanvaardbaar zou zijn dat gedaagde voordeel trekt uit deze situatie. De rechtbank oordeelt dat indien gedaagde betrokken is geweest bij de dood van [B], zij geen aanspraak kan maken op het verrekenbeding. De rechtbank heeft een comparitie van partijen gelast om bewijslevering te bespreken, en verwacht dat eiseres het strafdossier in het geding zal brengen. De zaak is van belang voor de toepassing van redelijkheid en billijkheid in het huwelijksgoederenrecht, vooral in situaties waarin een echtgenoot betrokken is bij de dood van de andere echtgenoot. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan en heeft een verschijning van partijen bepaald voor het geven van inlichtingen op 14 januari 2010.