ECLI:NL:RBBRE:2009:BK4757
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J. Minnaar
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen beslissing officier van justitie inzake snelheidsovertreding en controlebevoegdheid
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 22 oktober 2009, gaat het om een beroep dat is ingesteld door een betrokkene met de Belgische nationaliteit. De betrokkene werd staande gehouden door een surveillant van de KLPD wegens een snelheidsovertreding. Tijdens deze controle werd de betrokkene gevraagd zijn rijbewijs te tonen, maar hij weigerde dit aanvankelijk, omdat hij meende dat hij als verdachte van een strafbaar feit niet verplicht was om zijn rijbewijs af te geven. Hierop werd hem een beschikking opgelegd, die hij ter plekke contant heeft betaald.
De officier van justitie verklaarde het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk, maar de kantonrechter oordeelde dat de betrokkene wel degelijk ontvankelijk was in zijn beroep. De kantonrechter stelde vast dat het beroep tijdig was ingesteld, direct na ontvangst van het beschikkingnummer, en dat de late mededeling daarvan aan de betrokkene niet tegen hem kon worden gebruikt. Bovendien oordeelde de kantonrechter dat de betrokkene, nu hem was meegedeeld dat hij verdacht werd van een strafbaar feit, niet verplicht was om mee te werken aan zijn veroordeling.
De kantonrechter concludeerde dat de surveillant oneigenlijk gebruik had gemaakt van zijn controlebevoegdheid door het rijbewijs van de betrokkene te vorderen. Dit leidde tot de beslissing dat de betrokkene geen gevolg behoefde te geven aan de vordering van de surveillant. Het beroep werd gegrond verklaard en de bestreden beslissing van de officier van justitie werd vernietigd. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, waarbij de kantonrechter werd bijgestaan door de griffier J.C.M. Franken. De betrokkene was ter zitting aanwezig, en de officier van justitie werd vertegenwoordigd door mw. mr. B.H.E. Kilian.