ECLI:NL:RBBRE:2009:BK5751
Rechtbank Breda
- Raadkamer
- J. Janssen
- A. Rijken
- M. van Breugel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen onrechtmatige inverzekeringstelling en onmiddellijke invrijheidstelling
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de officier van justitie tegen de beslissing van de rechter-commissaris (RC) van 20 november 2009, waarin de inverzekeringstelling van de verdachte onrechtmatig werd geoordeeld en onmiddellijke invrijheidstelling werd bevolen. De RC oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de aanhouding van de verdachte rechtmatig was verlopen, en dat er geen waarschuwing was gegeven voorafgaand aan het gebruik van geweld door de politie. De officier van justitie stelde hoger beroep in, waarbij hij aanvoerde dat disproportioneel geweld bij de aanhouding geen rechtstreeks verband houdt met de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling. Tijdens de behandeling in raadkamer voegde de officier van justitie toe dat er wel een waarschuwingsschot was gegeven en dat er geen sprake was van disproportioneel geweld.
De raadsman van de verdachte betoogde dat de beslissing van de RC correct was en dat, zelfs als er een waarschuwingsschot was gelost, er nog steeds sprake was van disproportioneel geweld en schending van de ambtsinstructie van de politie. De rechtbank moest beoordelen of de RC terecht oordeelde dat er sprake was van een onrechtmatige aanhouding en inverzekeringstelling. De rechtbank benadrukte dat bij schietincidenten door de politie zorgvuldig onderzoek moet worden gedaan naar de omstandigheden van het schieten.
De rechtbank concludeerde dat de RC niet kon vaststellen dat de aanhouding rechtmatig was, gezien het gebrek aan informatie over de omstandigheden waaronder de verdachte gewond was geraakt. De rechtbank merkte op dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen of er sprake was van disproportioneel geweld of schending van de ambtsinstructie. Uiteindelijk verwierp de rechtbank het hoger beroep van de officier van justitie, bevestigend dat de RC terecht had geoordeeld dat de inverzekeringstelling onrechtmatig was.