ECLI:NL:RBBRE:2009:BK8068
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen onterecht in rekening gebrachte bouwleges voor aanleg kade/containerterminal gemeente Moerdijk
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 9 december 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres, gevestigd te [plaatsnaam], en de heffingsambtenaar van de gemeente Moerdijk. De eiseres had bezwaar gemaakt tegen de bouwleges die in rekening waren gebracht voor de aanleg van een kade/containerterminal. De heffingsambtenaar had op 18 december 2008 de bouwleges vastgesteld op € 47.888,30, na een eerdere berekening van € 70.932. De rechtbank moest beoordelen of de leges correct waren geheven op basis van de bouwkosten, en of de kade/containerterminal onder het begrip 'infrastructurele voorziening' viel volgens de Verordening van de gemeente Moerdijk.
Tijdens de zitting op 25 november 2009 werd duidelijk dat de eiseres van mening was dat de kade/containerterminal wel degelijk als infrastructurele voorziening moest worden aangemerkt, terwijl de verweerder dit ontkende. De rechtbank oordeelde dat de kade/containerterminal voldeed aan de omschrijving van een infrastructurele voorziening, aangezien het een vaste, steeds aanwezige technische voorziening is die van belang is voor de logistiek. De rechtbank stelde vast dat de eis van openbaarheid, zoals door de verweerder gesteld, niet in de Verordening was opgenomen.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar, en verminderde de in rekening gebrachte bouwleges tot nihil. Tevens werd de verweerder veroordeeld in de proceskosten van de eiseres ter hoogte van € 644 en moest het door de eiseres betaalde griffierecht van € 288 worden vergoed. De uitspraak is onherroepelijk indien binnen zes weken na verzending geen rechtsmiddel is aangewend.