ECLI:NL:RBBRE:2009:BK8080
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D. Hund
- Rechtspraak.nl
Toepassing van verlaagd tarief omzetbelasting voor zeillessen
In deze zaak, uitgesproken op 16 december 2009 door de Rechtbank Breda, is in geschil of de belanghebbende, een V.O.F. die een vaar- en zeilschool exploiteert, recht heeft op het verlaagde tarief van 6% omzetbelasting voor het geven van zeillessen. De rechtbank oordeelt dat dit niet het geval is, omdat er geen sprake is van een 'recht gebruik te maken van een sportaccommodatie' zoals bedoeld in de BTW-richtlijn. De actieve sportbeoefening vindt primair plaats op openbaar water, dat niet exclusief voor de sportbeoefening ter beschikking staat.
De belanghebbende voert aan dat haar prestaties moeten worden aangemerkt als diensten die onder het verlaagde tarief vallen, maar de rechtbank verwerpt dit standpunt. De rechtbank stelt vast dat de accommodatie die de belanghebbende tot haar beschikking heeft, niet specifiek voor de actieve sportbeoefening is ingericht. De theorielessen vinden plaats op een terrein dat eigendom is van de belanghebbende, maar de praktijklessen worden gegeven op openbare wateren die niet gereserveerd kunnen worden voor exclusief gebruik door de belanghebbende.
De rechtbank verwijst naar een arrest van de Hoge Raad van 10 augustus 2007, waarin is bepaald dat het recht gebruik te maken van sportaccommodaties richtlijnconform moet worden uitgelegd. De rechtbank concludeert dat de vergoedingen voor de zeillessen niet onder het verlaagde tarief van de Wet op de omzetbelasting 1968 vallen, en verklaart het beroep ongegrond. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.