ECLI:NL:RBBRE:2009:BO5424
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W. Brouwer
- G.H.C. Blommers
- R.W. Otto
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag vennootschapsbelasting 2003 en verzoek om schadevergoeding
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 24 juni 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen de BVBA, gevestigd in België, en de inspecteur van de Belastingdienst/Limburg, kantoor Heerlen. De zaak betreft een beroep tegen de uitspraak van de inspecteur van 15 januari 2008, waarin het bezwaar van de belanghebbende tegen de aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2003 werd afgewezen. De belanghebbende had aangifte gedaan van een negatief belastbaar bedrag van € 14.370, maar de inspecteur legde een aanslag op van nihil en stelde het verlies vast op € 8.425. De inspecteur voerde correcties door op basis van kosten die door de belanghebbende in aftrek waren gebracht, waaronder kosten voor Belgische adviseurs en rentekosten van een rekening-courant.
Tijdens de zitting op 10 juni 2009 bevestigde de belanghebbende dat de correcties niet werden bestreden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat het beroep niet gegrond was. De rechtbank oordeelde dat, volgens artikel 8:73 van de Algemene wet bestuursrecht, schadevergoeding alleen kan worden toegewezen als het beroep gegrond is. Aangezien het beroep ongegrond was verklaard, was er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters. De beslissing werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd aangetekend verzonden aan de partijen op 8 juli 2009. De belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.