2.18.De rechtbank acht aannemelijk dat belanghebbende in ieder geval vanaf 2000 gehandeld heeft in watersscooters en jetski’s en door deelname aan het economisch verkeer winst heeft beoogd en ook daadwerkelijk heeft genoten. De rechtbank leidt dat af uit de volgende feiten en omstandigheden, in onderling verband bezien:
- Het is in het handelsverkeer tussen onafhankelijke partijen zeer ongebruikelijk dat een partij gedurende twee jaar diensten als opslag en afwikkeling van kooptransacties verricht voor de andere partij zonder enige vergoeding.
- Belanghebbende heeft gesteld dat hij zijn diensten om niet heeft geleverd, omdat hem voor later het dealerschap was beloofd. De rechtbank acht dat geen steekhoudende verklaring. In de eerste plaats niet omdat [C BV] blijkbaar pleegde te verkopen via dealers en er geen enkel belang bij had om in de jaren 2000 tot 2002 niet een “gewone”dealer aan te trekken die verkoop, opslag en aflevering zou regelen. In de tweede plaats niet omdat te verwachten zou zijn dat een dergelijke afspraak op papier was gezet.
- Belanghebbende heeft een groot aantal personen, die volgens hem in 2000 of 2001 bij hem een waterscooter hadden afgehaald, benaderd om hierover te verklaren. Indien belanghebbendes betrokkenheid bij de afleveringen niet verder ging dan wat hij heeft geschetst, is onbegrijpelijk dat hij de namen en adressen van die mensen wist. Zijn verklaring dat deze personen hem hebben benaderd nadat de belastingdienst hen had ondervraagd, spoort niet met hetgeen de getuigen hebben verklaard. Overigens is onaannemelijk dat alle door belanghebbende genoemde personen met hem contact zouden hebben opgenomen na gehoord te zijn door de belastingdienst als zij geen enkele band met belanghebbende hadden.
- Uit de verklaringen van de getuigen blijkt dat de koop van de waterscooters steeds verschillend verliep: de ene keer werd contant aan [C BV] betaald en de andere keer aan belanghebbende, de ene keer stond belanghebbende als leverancier op de factuur en de andere keer niet en datzelfde geldt voor de garantieformulieren. Dat duidt in elk geval op een grotere betrokkenheid van belanghebbende dan hij aangeeft.
- Op de onder 2.8. vermelde luchtfoto zijn meerdere waterscooters te zien bij de woning van belanghebbende. Op overeenkomstige wijze plegen winkeliers/handelaren hun handelswaar buiten de winkel uit te stallen om klanten te trekken. Als belanghebbende niet meer deed dan het opslaan en op laten halen van de jetski’s en waterscooters, hoefde hij geen klanten te trekken en was er geen reden om de producten buiten uit te stallen. Als klanten uitsluitend scooters kwamen halen, zou te verwachten zijn dat ze verpakt waren en binnen stonden.
- Belanghebbende behaalde in 2002, toen hij officieel als dealer naar buiten trad, direct grote omzetten. Dat is niet goed verklaarbaar indien hij volstrekt nieuw was als dealer.